Woordenschat H6 zoeken in een woordenboek + woordenlijsten H1 t/m 6
1 / 26
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Hij wil voor een dubbeltje op de eerste rang zitten.
A
Het is waardeloos
B
Hij wil het beste voor weinig geld
C
Het was een eenvoudige taak
D
Hij wil er weinig moeite voor doen
Slide 5 - Quiz
Dat was een fluitje van een cent.
Slide 6 - Question ouverte
De nieuwe aanvoerder viel in haar voetsporen / van haar voetstuk door het geroddel.
Slide 7 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen figuurlijk en letterlijk taalgebruik?
Slide 8 - Question ouverte
Peter had hard getraind en won de skatewedstrijd...
A
complex
B
opvallend
C
onopvallend
D
moeiteloos
Slide 9 - Quiz
Moeiteloos
A
smenstelling
B
afleiding- achtervoegsel
C
afleiding- voorvoegsel
Slide 10 - Quiz
Vul je (langste) eigen bedachte samenstelling in.
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Welk woord/uitdrukking ken je al (of meerdere woorden)
Slide 13 - Question ouverte
Welke nog niet?
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Typ de eerste twee zinnen van je verhaal in
of
de zinnen waar je het meest trots op bent (met moeilijke woorden en uitdrukkingen erin).
of
de zinnen waar je het meest trots op bent (met moeilijke woorden en uitdrukkingen erin).
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Typ de eerste twee zinnen van je verhaal in
of
de zinnen waar je het meest trots op bent (met moeilijke woorden en uitdrukkingen erin).
of
de zinnen waar je het meest trots op bent (met moeilijke woorden en uitdrukkingen erin).
