HV2 uitleg prépositions pays/villes

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Pays 
  • 'En
  • Féminin (vrouwelijk)
  • Begint met een klinker
    (en Espagne)
  • Begint met een medeklinker en eindigt met een 'e'
    (en France)

Slide 3 - Diapositive

Pays
  • 'au'
  • Masculin (mannelijk)
  • Begint en eindigt met een medeklinker
    ( au Danemark)
  • Begint met een medeklinker en eindigt met een klinker anders dan 'e'
    ( au Pérou) 

Slide 4 - Diapositive

Pays
  • Aux
  • Pluriel (meervoud)

Voorbeeld: 
        Aux États-Unis
        Aux Pays-Bas

Slide 5 - Diapositive

Résumé
À = villes et villages
En = continents et pays féminins
Au = pays masculins
Aux = pays au pluriel 

Slide 6 - Diapositive

Les exercices

Slide 7 - Diapositive

Landen hebben in het Frans altijd een lidwoord 
L'Afrique
 L'Egypte
 Le Maroc
Le Gabon
La Tunisie
La Namibie
Etats-Unis
Pays-Bas

Slide 8 - Diapositive

Lidwoorden bij landen
Jij zag net een lijst van landen in Afrika.
Nu een lijst van landen in Europa :
La France, la Suisse, la Belgique, la Croatie, la Norvège, la Finlande, la Russie, la Pologne
L'Allemagne, l'Irlande, l'Italie, l'Angleterre  
Le Luxembourg, Le Royaume Uni, le Portugal, le Danemark

Slide 9 - Diapositive

Welke lidwoorden voor welke landen ?
le 
la 
l'
les
Le voor "mannelijke" landen  
als het land niet op E eindigt
La voor "vrouwelijke" landen
als het land wel  op E eindigt 
L' als het land met een klinker begint
LES als het land in het meervoud is
Les Etats-Unis

Slide 10 - Diapositive

Noem minimaal 5 landen waar Frans als moedertaal gesproken wordt. Schrijf ze op in het Frans met lidwoord.

Slide 11 - Question ouverte

Les articles et les prépositions devant les pays et les villes.

Slide 12 - Diapositive

l'explication 
  • à
  • en
  • au
  • aux

    Vertaling: naar, in 

Slide 13 - Diapositive

Villes / villages
Om een stad of dorp aan te geven gebruik je het voorzetsel 'à'. 

Voorbeeld:
        Je vais à Paris 
        Je vais à Breda

Slide 14 - Diapositive

Continents
Om continenten aan te geven gebruik je het voorzetsel 'en'. 

Voorbeeld:
        En Afrique
        En Europe
        

Slide 15 - Diapositive

Pays
  • Bij landen heb je drie opties: en / au / aux

  • Om te bepalen welk voorzetsel bij welk land hoort, moet je het geslacht weten van het land. 



Slide 16 - Diapositive

Eindigt het land op een 'e', dan is deze vrouwelijk. Behalve..... Mexique, die is mnl

Slide 17 - Diapositive

Donc:....
Paris --> Ella habite à Paris

Le Portugal --> Je vais au portugal
L'Angleterre --> Il habite en Angleterre
Les États-Unis --> Nous allons aux États-Unis.

Slide 18 - Diapositive

J'habite ___ Silvolde.
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 19 - Quiz

Vul in: Elle passe ses vacances ___ France
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 20 - Quiz

Vul in: Nous allons __ Portugal.
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 21 - Quiz

On parle quelle langue ___ États Unis?
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 22 - Quiz