gezinsvormen les 4

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
- Kan je met een voorbeeld uitleggen dat een gezinsvorm kan veranderen.
- Kan je het begrip diversiteit uitleggen aan de hand van een voorbeeld.
- Kan je je open stellen , voor gelijkenissen en verschillen bij anderen.
- Kan je uitleggen wat een stamboom is.
- Kan je vanuit een casus de stamboom weergeven.
- Kan je  een stamboom tekenen van je eigen gezins- en familieleden 




1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
- Kan je met een voorbeeld uitleggen dat een gezinsvorm kan veranderen.
- Kan je het begrip diversiteit uitleggen aan de hand van een voorbeeld.
- Kan je je open stellen , voor gelijkenissen en verschillen bij anderen.
- Kan je uitleggen wat een stamboom is.
- Kan je vanuit een casus de stamboom weergeven.
- Kan je  een stamboom tekenen van je eigen gezins- en familieleden 




Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gezinnen blijven altijd hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

LKR: Stelling waar of niet waar: Gezinnen blijven altijd hetzelfde. (NIET WAAR)

LKR: Wie heeft allemaal waar geantwoord?

LKR: Waarom zeggen jullie dat het waar is. Kan je daar een verklaring voor geven?

LKR: Wie zegt dat het niet waar is?

LKR: Waarom zeggen jullie dat het niet waar is. Kan je daar een verklaring voor geven?


We kunnen stellen dat:
1. Alle gezinnen anders zijn.
2. Elk individu anders is.

Slide 4 - Diapositive

LKR: Wie behoort er tot een kerngezin? Wie behoort er tot een nieuw samengesteld gezin? …

LKR: Wat kunnen we hier uit afleiden?

Alle gezinnen zijn anders. 
Elk individu binnen het gezin is uniek.

DIVERSITEIT

Diversiteit vindt plaats binnen onze samenleving in de vorm van leeftijd, geslacht, etniciteit, seksuele voorkeur, religie, cultuur, opvattingen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

LKR: We hebben vorige les gehad over het gezin. Ons gezin kunnen we visueel vormgeven in een stamboom. 

Laat een voorbeeld van een stamboom zien.

LKR: Welke informatie kan je uit een stamboom halen?

Stamboom
Een stamboom laat je zien welke mensen deel uitmaken van je familie. Met een stamboom breng je dus je familie in beeld. Als je je stamboom tot in detail uitwerkt, dan kan je zien waar je voorouders vandaan komen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Lien

Dan gaan we verder met een twee oefeningen over de stamboom.

Jullie mogen in jullie LEF werkboek naar oefening 2a p 329 gaan.

Bekijk deze stamboom eens goed. Wat zie je?


LKR: Hoeveel familieleden telt het gezin?

LKR: Hoeveel broertjes en zusjes heeft

LKR: Hoe kan je weten dat Hera, Cura, Ansa en Trista broers en zussen zijn?

LKR: Wat betekent het hartje in de stamboom?


LKR: Dan mogen jullie naar oefening 2a p 331 gaan. teken mee op het bord.

We gaan eerst de casus lezen en dan gaan we die opsplitsen in delen.

Het gemakkelijkste is om te vertrekken vanuit jezelf. In dit geval Florian.

Heeft Florian nog broers of zussen?
LL: ja 2 zussen Lio en Laua.
 
LKR: Waar noteren we Florian, Lio en Laura in het schema?
LL: Op de onderste regel waar drie vakjes met elkaar verbonden zijn.

LKR: Wie zijn de ouders van Lio en Laura?
LL: Marie is de moeder en Philippe is de vader

LKR: Waar noteren we dit?
LL: Boven Florian

LKR: Heeft Philippe nog broers of zussen?
LL: Dat staat niet in de tekst.

LKR: Evert, Philippe en Gwenny zijn de kinderen van Jozef en Ella. Dat betekent dat Philippe nog een broer Evert heeft en een zus Gwenny.

LKR: Waar noteren we deze namen.
LL: in lijn 2 in de drie vakken die verbonden zijn met elkaar.

LKR: Zijn de broer en zus van Philippe getrouwd?




Eigen stamboom maken
Maak van je eigen familie een stamboom naar het voorbeeld van de casus.  Jullie mogen dan zelfstandig proberen jullie eigen stamboom te tekenen.
1. Blad horizontaal leggen
2. Teken met potlood
3. Start bij jezelf

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

neem een blad papier en leg dit horizontaal

Slide 14 - Diapositive

Neem pennen en kleurpotloden

Slide 15 - Diapositive

Schrijf het hoofdonderwerp in het midden

Slide 16 - Diapositive

Maak hoofdtakken telkens in een andere kleur en schrijf het kernwoord in grote letters

Slide 17 - Diapositive

Maak zijvertakkingen en schrijf hier een kernwoord op elke zijtak

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Creeer structuur door af te bakenen met kaders

Slide 20 - Diapositive

Gebruik je creativiteit, maar let op dat het geen kleurboek wordt.

Slide 21 - Lien

oefening 2a p 329
Vraag 1: Welke gezinsvorm omvat één ouder met kinderen?
A
Eénoudergezin
B
Kerngezin

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 2: Vul aan: Een stamboom ....
A
laat zien welke mensen deel uitmaken van je familie. Met een stamboom breng je dus je familie in beeld.
B
is een magische boom met heel betoverende takken en bladeren.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 3: Ik ben Agneta. Ik heb twee vaders. Dat komt omdat ze mij adopteerden toen ik nog een baby was. Mijn gezinsvorm is:

A
Adoptiegezin
B
Pleeggezin

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 4 : Diversiteit betekent in een gezin ....
A
dat alle gezinnen hetzelfde zijn.
B
dat alle gezinnen en elk individu anders is.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 5: De foto die je ziet hoort bij ...
A
Een homo-gezin
B
Een kerngezin

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 6: In een stamboom staan ouders en broers en zussen op dezelfde lijn?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 7: Wat houdt co-ouderschap na scheiding in?
A
Gescheiden ouders delen het ouderlijk gezag over de kinderen.
B
Ouders en kinderen leven in een groter familieverband met grootouders, tantes, ooms …

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 8: Wat is een nieuw samengesteld gezin?
A
Twee volwassenen leven niet samen, maar hebben wel een relatie en samen kinderen
B
Beide ouders brengen kinderen mee in een nieuwe relatie.

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 9: Geslacht, leeftijd, seksuele voorkeur, religie en fysieke mogelijkheden zijn voorbeelden van diversiteit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 10: Ik ben Yindi en samen met mijn zus Chi wonen wij bij onze mama en papa. Onze gezinsvorm is:
A
Traditioneel gezin.
B
Nieuw-samengesteld gezin.

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions