Criminaliteit H6 en H7

Vandaag:
  • Wat mag de politie doen? 
  • Wat doet de Officier van Justitie? (OvJ)
  • Wat gebeurd er als je naar de rechter moet? 
  • Hoe verloopt een rechtszaak?  
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vandaag:
  • Wat mag de politie doen? 
  • Wat doet de Officier van Justitie? (OvJ)
  • Wat gebeurd er als je naar de rechter moet? 
  • Hoe verloopt een rechtszaak?  

Slide 1 - Diapositive

Herhaling: Wat is strafrecht?
A
Alle regels en wetten over straffen van mensen
B
De rechten en plichten van de rechters
C
De wetten over welke straffen er zijn
D
De regels over wat de politie mag doen

Slide 2 - Quiz

Herhaling: Wanneer is iemand schuldig?
A
Als iemand een misdrijf pleegt
B
Als de politie iemand oppakt
C
Als de officier van justitie een straf geeft
D
Als de rechter een straf geeft

Slide 3 - Quiz

Bevoegdheden van de politie
Bevoegdheden = Handelingen die de politie mag uitvoeren 

  • Staande houden --> Iemand laten stilstaan en gegevens vragen
  • Bekeuren
  • Aanhouden --> Meenemen naar het bureau 
  • Vasthouden --> Op het bureau houden 
  • Fouilleren 
  • Woning/telefoon doorzoeken --> Met toestemming van Rechter-Commissaris (Rechter met speciale taken) 

Slide 4 - Diapositive

Taken van de politie
  •  Handhaven van de openbare orde. (Bijvoorbeeld tijdens rellen) 
  • Hulpverlening (bij verkeersongelukken) 
  • Opsporing (van criminelen) 
  • Preventie (Maatregelen om misdaden te voorkomen) 
  • Dienstverlening (Advies geven) 

Slide 5 - Diapositive

Taken van de politie

Slide 6 - Carte mentale

Bevoegdheden politie

Slide 7 - Carte mentale

Wat is het verschil tussen staande houden en aanhouden?

Slide 8 - Question ouverte

Officier van Justitie (OvJ)
Officier van Justitie = Speciale ambtenaar die namens de samenleving bewijzen zoekt tegen een verdachte en een straf eist. 
Proces-Verbaal = Officieel schriftelijk verslag van wat er is gebeurd 

Keuze van de OvJ: 
  1. Seponeren: Afzien van rechtsvervolging (Soms met een waarschuwing)
  2. Schikken: een boete geven 
  3. Vervolgen: naar de rechtbank sturen. Er komt dan een rechtszaak. De OvJ wordt dan openbaar aanklager en vertegenwoordigt de samenleving. 

Slide 9 - Diapositive

Wat is GEEN optie voor de Officier van Justitie?
A
Seponeren
B
Schikken
C
Straffen
D
Vervolgen

Slide 10 - Quiz

Rechtspraak in Nederland
Dagvaarding = De oproep om voor de rechter te verschijnen 

Rechtbanken:
  1. Civiele sector: Rechtszaken tussen burgers (echtscheiding, burenruzies)
  2. Bestuursrechter: Voor zaken tussen burger en de overheid (uitkeringen) 
  3. Kantonrechter: Voor overtredingen (door rood rijden) 
  4. Strafrechter: Voor misdrijven
- Politierechter: Voor lichte vergrijpen waar max. 1 jaar cel op staat. 
- Meervoudige Kamer: Voor zware vergrijpen waar langer dan 1 jaar op staat. 

Slide 11 - Diapositive

Rechtsinstanties
  1. Rechtbanken 
  2. Gerechtshoven: Als je het niet eens bent met een uitspraak kan je in hoger beroep  gaan. 
  3. Hoge Raad: Het hoogste rechtsorgaan in Nederland. In cassatie gaan.  Zij kijken enkel naar de wet en jurisprudentie (Het geheel van alle rechterlijke uitspraken) 
Meineed is verboden! = Liegen tijdens een rechtszaak 

Slide 12 - Diapositive

Wat doet de Officier van Justitie NIET?
A
Straf geven
B
Seponeren
C
Dagvaarden
D
De samenleving vertegenwoordigen

Slide 13 - Quiz

Wat voor soorten rechtbanken ken je?

Slide 14 - Carte mentale

Als je het niet eens bent met de uitspraak van de rechtbank ga je...
A
Naar de Hoge Raad
B
In Cassatie
C
Naar een Gerechtshof
D
Naar een Kantonrechter

Slide 15 - Quiz

Wat is het verschil tussen een 'Politierechter' en de 'Meervoudige Kamer'?

Slide 16 - Question ouverte

De rechtszaak
  1. Opening: Rechter opent de rechtszaak. 
  2. De aanklacht: Officier van Justitie leest de aanklacht voor 
  3. Getuigenverhoor: De rechter, OvJ & advocaat stellen vragen aan de getuige 
  4. Verdachte verhoor: De rechter, OvJ & advocaat stellen vragen aan de verdachte 
  5. Requisitoir: Toespraak waarin de OvJ de feiten noemt en een straf eist. 
  6. Pleidooi: Toespraak van de advocaat waarin hij de verdachte helpt
  7. Het laatste woord: Van de verdachte 
  8. Vonnis: De rechter doet uitspraak 

Slide 17 - Diapositive

Zelfstandig werken
Maak de kijkopdracht in Teams Opdrachten. 
Stuur deze terug naar mij als je klaar bent! Dan kan ik controleren of je het snapt! 

Daarna: 
Kader: Maken vraag 1 t/m 8 van H6 en H7 
Basis (rietlanden only): Maken vraag 1 t/m 4 van H7 en H8

Slide 18 - Diapositive