3.2 writing (6-12)

Ga zitten volgens de plattegrond :)
Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!
Bonita
Beraa
Julia
Arwa
Floor
Femke
Nikki
Daisy
Noa
Lois
Lieke
Sedra
Lydia
Merel
Seyda
Eline
Ziba
Anke
Soraya
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ga zitten volgens de plattegrond :)
Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!
Bonita
Beraa
Julia
Arwa
Floor
Femke
Nikki
Daisy
Noa
Lois
Lieke
Sedra
Lydia
Merel
Seyda
Eline
Ziba
Anke
Soraya

Slide 1 - Diapositive

Today:
1. Homework check
2. Writing:
word order
3. Get to work!



Goals (at the end of this lesson...) :
-  Weet je welke word order er wordt aangehouden in het Engels.
- Heb je kunnen oefenen met schrijfvaardigheid. 

Important dates:


Slide 2 - Diapositive

1. Homework check
Het huiswerk was:

Unit 3.2 writing
Maken: opdr. 11 t/m 19 
Leren: words & phrases
Ik kom controleren wie het gemaakt heeft. Intussen kunnen jullie zachtjes met elkaar kletsen.

Slide 3 - Diapositive

1. Homework check
Het huiswerk was:

Unit 3.2 writing
Maken: opdr. 11 t/m 19 
Leren: words & phrases
We kijken samen opdracht 16, 17 en 18 na. 

Slide 4 - Diapositive

2. Writing: word order
Denk aan je vinger!
Mijn broertje heeft na de pauze Engels in 3015.


Slide 5 - Diapositive

2. Writing: word order
Denk aan je vinger!
Mijn broertje | heeft na de pauze Engels in 3015.


Slide 6 - Diapositive

2. Writing: word order
Denk aan je vinger!
Mijn broertje | heeft | na de pauze Engels in 3015.


Slide 7 - Diapositive

2. Writing: word order
Denk aan je vinger!
Mijn broertje | heeft | na de pauze | Engels in 3015.


Slide 8 - Diapositive

2. Writing: word order
Denk aan je vinger!
Mijn broertje | heeft | na de pauze | Engels | in 3015.


Slide 9 - Diapositive

2. Writing: word order
Denk aan je vinger!
Mijn broertje | heeft | na de pauze | Engels | in 3015.


My brother       has      after the break   English   in 3015.

Slide 10 - Diapositive

2. Writing: word order
Denk aan je vinger!
Mijn broertje | heeft | na de pauze | Engels | in 3015.


My brother       has      after the break   English   in 3015.
My brother has English in 3015 after the break.

Slide 11 - Diapositive

2. Writing: word order
Denk aan je vinger!
Mijn broertje | heeft | na de pauze | Engels | in 3015.


My brother       has      after the break   English   in 3015.
My brother has English in 3015 after the break.

Slide 12 - Diapositive

2. Writing: word order
In het Engels hebben zinsdelen grotendeels een vaste volgorde in een zin.
Denk aan je vinger!
wie
doet
wat
waar
wanneer

Slide 13 - Diapositive

2. Writing: word order
In het Engels hebben zinsdelen grotendeels een vaste volgorde in een zin.
Denk aan je vinger!
wie
doet
wat
waar
wanneer
My brother

He
has

bought
English

a bike
in 3015

at the shop
after the break.

yesterday.

Slide 14 - Diapositive

2. Writing: word order
Sc
wie
doet
wat
waar
wanneer
Zet de volgende zinnen in de goede volgorde.

1. at that supermarket - every week - our groceries - we - buy
2. tomorrow - at the station - they - will meet
3. I - in Madrid - have lived - since 1999
4. an appointment - at five o'clock - she - at the doctor's - has made
5. at your house - my parents - at half past six - will pick me up

Slide 15 - Diapositive

2. Writing: word order
Sc
wie
doet
wat
waar
wanneer
Zet de volgende zinnen in de goede volgorde.

1. We buy our groceries at that supermarket every week.
2. tomorrow - at the station - they - will meet
3. I - in Madrid - have lived - since 1999
4. an appointment - at five o'clock - she - at the doctor's - has made
5. at your house - my parents - at half past six - will pick me up

Slide 16 - Diapositive

2. Writing: word order
Sc
wie
doet
wat
waar
wanneer
Zet de volgende zinnen in de goede volgorde.

1. We buy our groceries at that supermarket every week.
2. They will meet at the station tomorrow. 
3. I - in Madrid - have lived - since 1999
4. an appointment - at five o'clock - she - at the doctor's - has made
5. at your house - my parents - at half past six - will pick me up

Slide 17 - Diapositive

2. Writing: word order
Sc
wie
doet
wat
waar
wanneer
Zet de volgende zinnen in de goede volgorde.

1. We buy our groceries at that supermarket every week.
2. They will meet at the station tomorrow. 
3. I have lived in Madrid since 1999.
4. an appointment - at five o'clock - she - at the doctor's - has made
5. at your house - my parents - at half past six - will pick me up

Slide 18 - Diapositive

2. Writing: word order
Sc
wie
doet
wat
waar
wanneer
Zet de volgende zinnen in de goede volgorde.

1. We buy our groceries at that supermarket every week.
2. They will meet at the station tomorrow. 
3. I have lived in Madrid since 1999.
4. She has made an appointment at the doctor's at five o'clock.
5. at your house - my parents - at half past six - will pick me up

Slide 19 - Diapositive

2. Writing: word order
Sc
wie
doet
wat
waar
wanneer
Zet de volgende zinnen in de goede volgorde.

1. We buy our groceries at that supermarket every week.
2. They will meet at the station tomorrow. 
3. I have lived in Madrid since 1999.
4. She has made an appointment at the doctor's at five o'clock.
5. My parents will pick me up at your house at half past six.

Slide 20 - Diapositive

2. Writing: phrases

De phrases kun je gebruiken bij de opdrachten en op de toetsen. We kijken samen even naar de phrases van 3.2

Slide 21 - Diapositive

3. Get to work!
Do:
  • Unit 3.2 opdracht 21 (p. 103)







Klaar?
Practise more unit 3.2 (online)
How?
- Op een apart blaadje.
- Zoveel mogelijk voor jezelf.
- Muziek via je Chromebook.
- Tot de afsluiting van de les. 



Let op vooral word order (wie doet wat waar wanneer).



Slide 22 - Diapositive

Goals
Welke volgorde houden de zinnen meestal aan in het Engels?


Slide 23 - Diapositive

Homework
Voor dinsdag 7 december (6e uur):


Unit 3.2
Maken: opdracht 21 (op een apart blaadje)
Leren: words & phrases (unit 3.2)

Slide 24 - Diapositive