eco quiz H6
1 / 25
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Collectieve voorzieningen zijn:
voorzienigen ..
voorzienigen ..
A
..voor gezamenlijk gebruik waar de overheid voor zorgt
B
..waar enkel een kleine groep gebruik van mag maken
C
..die mogelijk zijn gemaakt door vrijwillige giften
D
..waar geen belasting voor nodig is geweest
Slide 2 - Quiz
Wat doet de overheid niet voor de collectieve voorzieningen?
A
Betalen voor de collectieve voorzieningen
B
Regels geven voor het gebruik van de collectieve voorzieningen
C
Proberen winst te maken op de collectieve voorzieningen
D
Zorgen voor het onderhoud van de collectieve voorzieningen
Slide 3 - Quiz
Collectieve voorziening of niet:
Een knooppunt van snelwegen
Een knooppunt van snelwegen
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
Collectieve voorziening of niet:
Een privé zwembad
Een privé zwembad
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quiz
Collectieve voorziening of niet:
Een kantoorgebouw
Een kantoorgebouw
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quiz
Waardoor ontstaan maatschappelijke kosten niet?
A
Consumenten die hun eigen gemak zoeken
B
consumenten die veel bezig zijn met het milieu
C
producenten die lage kosten willen
Slide 7 - Quiz
Wat is sociale zekerheid
A
De zekerheid dat iedereen vriendelijk met elkaar omgaat
B
De zekerheid dat iedereen genoeg geld heeft om van te kunnen leven
C
De garantie dat je een vriendengroep hebt
D
De nieuwste social-media app
Slide 8 - Quiz
Welke uitspraak over ww-uitkeringen klopt niet?
A
Alleen werkloze werknemers hebben recht op deze uitkering
B
De uitkering is tijdelijk (maximaal 2 jaar)
C
De uitkering is een percentage van het laatsverdiende loon
D
Uitkeringen moeten terugbetaald worden
Slide 9 - Quiz
Wat zijn sociale wetten?
A
Wetten waardoor er minder uitkeringen worden toegekend
B
Het inkomen dat je volgens de overheid ten minste nodig hebt
C
Regels van de overheid over de sociale zekerheid
Slide 10 - Quiz
Wat is de collectieve sector?
A
De milieubescherming in Nederland
B
Alle economische bedrijven in Nederland
C
Alle liefdadigheidsorganisaties
D
De instellingen die worden betaald van belastinggeld
Slide 11 - Quiz
Past dit beroep in de collectieve sector:
Burgemeester
Burgemeester
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quiz
Past dit beroep in de collectieve sector:
Stratenmaker bij Jansen Buitenwerk BV
Stratenmaker bij Jansen Buitenwerk BV
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quiz
Past dit beroep in de collectieve sector:
Docent
Docent
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Wat is geen vorm van inkomst van de overheid?
A
Sociale premis
B
Rente
C
Belastingen
D
Niet-belastingsmiddelen
Slide 15 - Quiz
Hoe zorgt de overheid voor banen in de particuliere sector?
A
Door bestellingen te plaatsen bij particuliere bedrijven
B
Door de vennootschapsbelasting te verhogen
C
Door bedrijven een goede infrastructuur te bieden
Slide 16 - Quiz
Wat gebeurt er bij een begrotingstekort?
A
De staatsschuld stijgt
B
De rijksbegroting van het volgende jaar is dan eenvoudiger
Slide 17 - Quiz
Wat is geen vorm van belasting?
A
BTW
B
Inkomstenbelasting
C
Accijns
D
Inwonersbelasting
Slide 18 - Quiz
De troonrede gaat over ..?
A
De problemen van het land en de (economische) plannen van de regering
B
De geschiedenis van het koningshuis, terug tot Willem van Oranje
Slide 19 - Quiz
Wat hoort er bij de niet-belastingsmiddelen?
A
Parkeerboetes
B
Rente op de staatsschuld
C
BTW
D
Accijns
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Vidéo
Voor welke 3 situaties is in Nederland door de overheid geen superheld meer nodig?
Slide 22 - Question ouverte
Wie moeten er meer regelen door decentralisatie?
A
Het Rijk
B
De provincie
C
Gemeentes
Slide 23 - Quiz
Waar eindigen de werknemers van een bedrijf dat is geprivatiseerd?
A
De collectieve sector
B
De particuliere sector
Slide 24 - Quiz
Op welke producten zitten accijns?
A
Tabak
B
Zonnepanelen
C
Elektrische auto's
D
Alcohol
