herhalen
1 / 14
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Saher bezorgt pizza’s.
Om uit te rekenen hoe zwaar de box met pizza’s is, gebruikt hij de formule
aantal pizza’s × 0,5 + 4 = gewicht in kg.
4,50 kg
0,50 kg
7,00 kg
10,00 kg
6,50 kg
4,00 kg
Bij 5 pizza’s weegt de box
Bij 6 pizza’s weegt de box
De box zelf weegt
Slide 2 - Question de remorquage
Saher bezorgt pizza’s.
Om uit te rekenen hoe zwaar de box met pizza’s is, gebruikt hij de formule
aantal pizza’s × 0,5 + 4 = gewicht in kg.
4,6
4
0,6
De pizzeria gaat de pizza’s zwaarder maken, ze wegen voortaan 0,6 kg.
De formule daarbij is dan
aantal pizza’s × ..... + ..... = gewicht in kg.
Slide 3 - Question de remorquage
Een monteur rekent € 20,- per uur en € 15,- aan voorrijkosten.
1 uur werken kost 1 × + 15 = euro
2 uur werken kost 2 × + = euro
15
35
55
20
Slide 4 - Question de remorquage
Een monteur rekent € 20,- per uur en € 15,- aan voorrijkosten.
Vul de pijlenketting in:
x +
aantal uur -----------------> .... ----------------------> kosten
15
20
35
55
Slide 5 - Question de remorquage
Een monteur rekent € 20,- per uur en € 15,- aan voorrijkosten.
De formule bij de pijlenketting is
aantal uur × + = kosten in euro's.
15
20
35
55
Slide 6 - Question de remorquage
Emre neemt een getal in gedachten.
Hij telt er 5 bij op en de uitkomst vermenigvuldigt hij met 3.
Bij het raadsel van Emre hoort pijlenketting
Hij telt er 5 bij op en de uitkomst vermenigvuldigt hij met 3.
Bij het raadsel van Emre hoort pijlenketting
A
B
Slide 7 - Quiz
Nicole neemt een getal in gedachten.
Zij vermenigvuldigt dit met 2 en bij de uitkomst telt ze 10 op.
Bij het raadsel van Nicole hoort pijlenketting
Zij vermenigvuldigt dit met 2 en bij de uitkomst telt ze 10 op.
Bij het raadsel van Nicole hoort pijlenketting
A
B
Slide 8 - Quiz
Olaf gaat regelmatig klimmen. Hij kan uit twee tarieven kiezen.
Bij hoeveel bezoeken zijn de kosten gelijk?
Bij hoeveel bezoeken zijn de kosten gelijk?
Slide 9 - Question ouverte
Olaf gaat regelmatig klimmen. Hij kan uit twee tarieven kiezen.
Olaf gaat 1 keer per week klimmen. Welk tarief kan hij het beste kiezen?
Olaf gaat 1 keer per week klimmen. Welk tarief kan hij het beste kiezen?
Slide 10 - Question ouverte
Olaf gaat regelmatig klimmen. Hij kan uit twee tarieven kiezen.
Anne gaat 1 keer per maand klimmen. Welk tarief kan zij het beste kiezen?
Anne gaat 1 keer per maand klimmen. Welk tarief kan zij het beste kiezen?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Wat moet er in de hokjes staan?
1=... , 2=... , 3=... , 4=... , 5=... , 6=...
1=... , 2=... , 3=... , 4=... , 5=... , 6=...
