1KB: Thema 6 - Basisstof 3 en 4

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Programma

Vragen om basisstof 1 en 2 snel te herhalen (7)

Uitleg + maken basisstof 3

Uitleg + maken basisstof 4

Mannen en vrouwen precies doen wat hun rol is noemen wij ook wel

1. Rolgedrag
2. Emancipatie
3. Beide antwoorden zijn juist
4. Geen van de antwoorden is juist

Als ouderen hulp nodig hebben kunnen ze in een speciale woning gaan wonen bij een verzorgingshuis.
Zo'n huis heet ook wel een

1. Opsta-woning
2. Aanleun-woning
3. Geschakelde-woning
4. Zorg-woning

Waar / Niet waar
De moeder van Tycho heeft een baan buiten huis. Is dat een vorm van emancipatie?

1. Waar
2. Niet waar

LAT-relatie betekent ook wel

1. Living almost together
2. Letting apart together
3. Living apart together
4. Living at time

Bij schoonmaken verwijder je stof en onzichtbaar vuil

1. Waar
2. Niet waar

Bij schoonmaken werk je van laag naar hoog.

1. Waar
2. Niet waar

Niels maakt een werkstuk over het huishouden van vroeger en nu. Hij schrijft drie verschillen op.

Welk verschil is juist?

1. Kost nu meer elektriciteit
2. Kost nu meer inspanning
3. Kost nu meer tijd

BS 4 Veiligheid thuis

BS 3

De was doen

BS 3 

De was doen

   Kleding

   =

    gemaakt van stof

2 SOORTEN ETIKETTEN

Samenstellingsetiket: 

van welke stof is het gemaakt

Onderhoudsetiket:

hoe moet je de kleding wassen (onderhouden)

of beide op 1 etiket

SAMENSTELLINGSETIKET

Hierop staat uit welke soort(en) vezels de stof bestaat.

NATUURLIJKE VEZELS 

KOMEN VAN EEN DIER OF PLANT

 

 

SYNTHETISCHE VEZELS

WORDEN IN DE FABRIEK GEMAAKT VAN AARDOLIE

PLANTAARDIGE VEZELS                 DIERLIJKE VEZELS

SYNTHETISCHE VEZELS

ONDERHOUDSETIKET

Wassymbolen vertellen je hoe je het moet wassen.

Je ziet hiernaast de belangrijkste.

KLEDING WASSEN

Was moet je sorteren: 

- let op kleur

- let op temperatuur

- let op vezelsoort

1. WITTE WAS (alleen witte kledingstukken)

2. BONTE WAS (alleen gekleurde kledingstukken)

3. FIJNE WAS (kledingstukken die 

kwetsbaar zijn

WASMIDDEL

- Als poeder, vloeibaar, tabletten, capsules

- LOSSEN VET OP, het meeste vuil is vettig

- Verschillende soorten voor verschillende was

- Op de verpakking staan WASAANWIJZINGEN: hoe je het moet gebruiken

- wasmachines hebben verschillende WASPROGRAMMA'S. 

  Bijv speciaal voor wol / sportkleding

Aan het werk

Maak basisstof 6.3

BS 4 VEILIGHEID THUIS

BS 4 Veiligheid thuis

Ongelukken in huis komen door:

- onveilig gedrag

- onveilige omgeving

- onveilig materiaal

Veilig werken

- Gebruik spullen alleen waarvoor ze bedoeld zijn.

- Let ook op WAAR je iets gebruikt (geen       elektriciteit in bad) 

- Gebruik goed materiaal

Veilig met gas

Elektriciteit kan gevaarlijke schokken geven en brand veroorzaken

Gas kan een ontploffing of brand veroorzaken

Gas = kleurloos en geurloos. Bij gaslek gaskraan afsluiten.

Veilig omgaan met elektriciteit

- Problemen ontstaan meestal door overbelasting of kortsluiting

- Veiligheidssysteem = zekeringen

- Veilige apparatuur herken je aan de CE-markering

- Lees de gebruiksaanwijzing

- Volg de veiligheidsvoorschriften op

Gevaarlijke schoonmaakmiddelen

- Er moet een GEVAARSYMBOOL op staan

Schoonmaakmiddelen veilig gebruiken

Gevaarlijke schoonmaakmiddelen

- En moeten een KINDERVEILIGE DOP hebben

kinderveilige dop

Na inslikken van een giftige stof doe je het volgende: 

– Bel je huisarts of 112. Vertel kort wat er is gebeurd

– Volg de aanwijzingen precies op

– Bewaar de verpakking van de giftige stof

Aan het werk

Maak basisstof 6.4