LES 5 | 9.5 formules maken bij een tabel

LES 5
9.5 Formules maken bij een tabel
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

LES 5
9.5 Formules maken bij een tabel

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van deze les...
...kun je een formule maken bij een tabel met regelmaat.

Slide 2 - Diapositive

Herhaling

huurprijs in euro = 10 + 2t
het begingetal
het stijggetal
een variabele (tijd in dagen)
een variabele
huurprijs in euro = 10 + 2 x t
t: tijd in dagen

Slide 3 - Diapositive

Een tabel maken bij een grafiek
Stappenplan 
Let op! De tabel moet regelmaat hebben.

Stap 1.
Schrijf de variabele op die onder in de tabel staat en schrijf daarachter het = teken.
gewicht in kg =

Stap 2.
Schrijf na het = teken het begingetal op.
gewicht in kg = 105

Stap 3.
Bereken het stijggetal of daalgetal en schrijf deze achter het begingetal op.
Elke 3 maanden gaat er 6 kg af. Het daalgetal is dus 6 : 3 = 2.
gewicht in kg = 105 - 2

Stap 4.
Schrijf na het stijggetal de variabele op die boven in de tabel staat.
gewicht in kg = 105 - 2 x tijd in maanden
voorbeeld
- 6
Het begingetal kun je aflezen in de tabel: Het begingtal is het getal die onder de 0 staat.
Het stijggetal is de hoeveelheid die er onder in de tabel bij komt als er boven in de tabel 1 bij komt.

Het daalgetal is de hoeveelheid die er onder in de tabel af gaat als er boven in de tabel 1 bij komt.
+ 3
+ 3
+ 3
- 6
- 6

Slide 4 - Diapositive

Voorbeeldopgave

Stap 1. De variabele die onder in de tabel staat opschrijven.
inkomsten in euro =

Stap 2. Het begingetal opschrijven. Dat is het getal in de tabel die onder de 0 staat.
inkomsten in euro = 7,50

Stap 3. Het stijggetal berekenen en opschrijven.
Elke 2 uur komt er 23 euro bij.
Het stijggetal is dus 23 : 2 = 11,50
Dus: inkomsten in euro = 7,50 + 11,50

Stap 4. De variabele die boven in de tabel staat opschrijven.
inkomsten in euro = 7,50 + 11,50 x t in uren

Schrijf de formule op die bij de tabel hoort.
De uitwerking
Het antwoord
inkomsten in euro = 7,50 + 11,50 x t in uren
+ 2
+ 23

Slide 5 - Diapositive

Bekijk de video op de volgende slide
als je nog extra uitleg wilt.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo


Beantwoord de vragen op de volgende slides.

Je mag je boek erbij houden en
je mag je rekenmachine gebruiken.

Slide 8 - Diapositive

De volgende 3 vragen gaan over deze tabel

Slide 9 - Diapositive

Wat is het begingetal?
A
0
B
4,00
C
11,50
D
7,50

Slide 10 - Quiz

Wat is het stijggetal?

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf de formule op die bij de tabel hoort.

Slide 12 - Question ouverte

De volgende 3 vragen gaan over deze tabel
6,50   14,50   22,50

Slide 13 - Diapositive

Wat is het begingetal?
6,50   14,50   22,50
6,50   14,50   22,50
6,50  14,50  22,50

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het stijggetal?
6,50  14,50  22,50

Slide 15 - Question ouverte

Schrijf de formule op die bij de tabel hoort.
6,50  14,50  22,50

Slide 16 - Question ouverte

De volgende 3 vragen gaan over deze tabel

Slide 17 - Diapositive

Wat is het begingetal?
A
0
B
3
C
150,00
D
112,50

Slide 18 - Quiz

Wat is het daalgetal?

Slide 19 - Question ouverte

Schrijf de formule op die bij de tabel hoort.

Slide 20 - Question ouverte

Heb je de uitleg begrepen?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Heb je nog vragen over deze les?

Slide 22 - Question ouverte

Tot slot...
Maak in je schrift opgaven 36 t/m 40 van 9.5 uit je boek.

Slide 23 - Diapositive