Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Meten & Meetkunde
Tijd en snelheid
Slide 1 - Diapositive
Wat is de digitale tijd?
A
12:00 uur
B
16:00 uur
C
14:00 uur
D
10:00 uur
Slide 2 - Quiz
De show begint om 13:15. Hoe Hoeveel minuten duurt dat nog?
A
36 minuten
B
28 minuten
C
39 minuten
D
49 minuten
Slide 3 - Quiz
Om 08:15 moet ik van huis. Hoeveel minuten heb ik nog?
A
26 minuten
B
21 minuten
C
26 minuten
D
27 minuten
Slide 4 - Quiz
De afspraak is om 10.45u Ben ik op tijd?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Mijn wekker gaat 's avonds zes uur af. welke tijd is de juiste tijd?
A
06.00
B
18.00
Slide 6 - Quiz
Bart zet om half 8 de televisie aan. Hij wil graag Goede Tijden, Slechte Tijden kijken. Het programma begint om 20.07 uur.
Hoeveel minuten moet hij nog wachten voordat ‘Goede Tijden, Slechte Tijden’ begint?
A
32 minuten
B
27 minuten
C
42 minuten
D
37 minuten
Slide 7 - Quiz
John loop elke avond 1000 meter hard. Via een handige app kan hij zijn tijden bijhouden. Na een maand vergelijkt hij zijn eerst gelopen tijd (2:12:58) met zijn laatst gelopen tijd (1:58:98).
Wat is het tijdsverschil tussen de eerste en de laatste keer?
A
13,6 seconde
B
13,06 seconde
C
12,9 seconde
D
13,66 seconde
Slide 8 - Quiz
Hoeveel tijd zit er tussen de klokken?
A
40 minuten
B
15 minuten
C
25 minuten
D
10 minuten
Slide 9 - Quiz
Rekenen met tijd
Eind tijd min de begin tijd is de tijd die je
erover doet.
Bij alle berekening met tijd ga je van de
begin en eind tijd uit en kijk je wat er tussen
zit.
Slide 10 - Diapositive
Kijk naar de openingstijden en de sluitingstijden. Op welke tijden is de winkel nog open?
A
3 uur
B
half 10
C
6 uur
D
half 1
Slide 11 - Quiz
wat weet je al over "Tijd en Snelheid"?
Slide 12 - Carte mentale
Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
* Weet je de eenheden van tijd
* Kun je de eenheden omrekenen
* Weet je hoe je de snelheid berekent
* Kun je m/s omrekenen naar km/u en anders om
Slide 13 - Diapositive
Eenheden tijd
Slide 14 - Carte mentale
Basisbeginselen
Slide 15 - Diapositive
Eenheden omrekenen 1 uur hoeveel seconden is dat?
A
60
B
3600
C
600
D
24
Slide 16 - Quiz
1 week hoeveel minuten is dat?
A
7
B
7 x 24
C
7 x 24 x 60
D
7 x 24 x 60 x 60
Slide 17 - Quiz
1,25 uur hoeveel uur en minuten is dat?
A
1 uur en 15 minuten
B
1 uur en 25 minuten
C
anderhalf uur
D
125 minuten
Slide 18 - Quiz
tijd omrekenen
Slide 19 - Diapositive
Snelheid
Slide 20 - Diapositive
Snelheid is =
A
Afstand x Tijd
B
Tijd : Afstand
C
Afstand x Afstand
D
Afstand : Tijd
Slide 21 - Quiz
Snelheid
Snelheid is de verhouding tussen een afstand en de tijd waarin die afstand wordt afgelegd.
Eenheden voor snelheid zijn kilometer per uur (km/u) en meter per seconde(m/s).
Als je de afstand en de tijd weet, kun je de snelheid berekenen.