introductieles H5

H5 Land in Zuidoost-Azië: Indonesië
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

H5 Land in Zuidoost-Azië: Indonesië

Slide 1 - Diapositive

Planning
Week 11
Week 12
Week 13
Week 14
Week 15
Week 16
Intro


H5 §1

H5 §2



H5 §3
H5 §4
Proefwerk

Slide 2 - Diapositive

Planning

Slide 3 - Diapositive

Indonesië

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

Instapquiz
In groepjes van 4 personen

Placemat methode
Iedereen heeft zijn eigen vakje waar hij eerst het antwoord op schrijft, vervolgens schrijf je in het midden als groepje de antwoorden van de groep.

Slide 6 - Diapositive

1. Wat is de hoofdstad van Indonesië? (1p)

Slide 7 - Diapositive

2. Hoeveel inwoners heeft Indonesië? Je mag er 100 miljoen naast zitten (1p)

Slide 8 - Diapositive

3. Geef drie namen van eilanden in Indonesië (3p)

Slide 9 - Diapositive

4. Noem twee Indonesisch gerechten (2p)

Slide 10 - Diapositive

5. Wat is de grootste religie van  Indonesië? (1p)

Slide 11 - Diapositive

6. Het is in Indonesië altijd erg warm. Hoe kan dat? (1p)

Slide 12 - Diapositive

7. Tot welk jaar hoorde Indonesië bij Nederland? (1p) Je mag er twee jaar naast zitten.

Slide 13 - Diapositive

8. Noem twee specerijen die Nederland haalde uit Indonesië (2p)

Slide 14 - Diapositive

9. Welke natuurrampen komen regelmatig voor in Indonesië? Noem er drie (3p)

Slide 15 - Diapositive

10. Hoeveel seizoenen heeft Indonesië?

Slide 16 - Diapositive

Nakijken
Je krijgt een formulier van een ander groepje en kijkt deze na. De antwoorden komen:

Slide 17 - Diapositive

Antwoorden
  1. Jakarta (1p)
  2. +/- 250 miljoen (1p)

Slide 18 - Diapositive

3. Eilanden (3p)

Slide 19 - Diapositive

Antwoorden
  • 4) bijvoorbeeld Nasi goreng, rendang, babi ketjap, gadogado, Bakso, Soto, Martabak, Babi guling en spekkoek  (2p)
  • 5) Islam (1p)
  • 6) Het ligt dichtbij de evenaar (1p)
  • 7) Tussen 1945 - 1947 werd het onafhankelijk
  • 8) bijvoorbeeld koffie, peper, noodmuskaat, kaneel, peper, thee, suiker en kruidnagel (3p)

Slide 20 - Diapositive

Antwoorden
  • 9. bijvoorbeeld vulkaanbarstingen, aardbevingen, tsunami's en typhoons (3p)
  • 10. Twee: een regenseizoen en niet regen seizoen (2p)

Slide 21 - Diapositive

Winnaars

Slide 22 - Diapositive

Huiswerk
Maak start opdrachten

Slide 23 - Diapositive