BB Werk 1, 2, 3 en 4

Hoofdstuk 1, 2, 3 

1. De betekenis van werk
2. Welk werk ga je doen?
3. Arbeidsvoorwaarden

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1, 2, 3 

1. De betekenis van werk
2. Welk werk ga je doen?
3. Arbeidsvoorwaarden

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 1, 2, 3 
  1. Probeer zoveel mogelijk zelf het antwoord te vormen. 
  2. Gebruik je boek als je het antwoord echt niet weet.

Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 1 - De betekenis van werk

Slide 3 - Diapositive

1. Wat is volgens jou het belangrijkste verschil tussen werk en hobby? Geef hierbij ook een voorbeeld.

Slide 4 - Question ouverte

2. Bekijk de zes basisbehoeften(blz. 6/7). Noem de basisbehoeften die vervuld worden als je twee avonden per week in de supermarkt werkt?

Slide 5 - Question ouverte

3. Waarom willen de meeste mensen graag werken?

Slide 6 - Question ouverte

4. Een opleiding is een van de basisbehoeften.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

5. Volgens de definitie van werk moet werk nuttig zijn voor anderen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

6. Jezelf ontplooien is een van de basisbehoeften.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

7. De meeste beroepen krijgen gelijk waardering in de samenleving.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Hoofdstuk 2 - Welk werk ga je doen?

Slide 11 - Diapositive

8. Wat zijn je capaciteiten?

Slide 12 - Question ouverte

9. Door welke drie onderdelen worden je capaciteiten bepaald? Leg per onderdeel uit wat daarmee wordt bedoeld.

Slide 13 - Question ouverte

10. Leg het verschil uit tussen werken in loondienst en werken als zelfstandige.

Slide 14 - Question ouverte

Hoofdstuk 3 - Arbeidsvoorwaarden

Slide 15 - Diapositive

12. Wat zijn arbeidsvoorwaarden?

Slide 16 - Question ouverte

13. Noem twee arbeidsvoorwaarden waar iedereen die werkt mee te maken heeft.

Slide 17 - Question ouverte

14. Noem vijf onderdelen die in je contract kunnen staan.

Slide 18 - Carte mentale

15. Wat is een CAO?

Slide 19 - Question ouverte

16. Wat is het verschil tussen brutoloon en nettoloon?

Slide 20 - Question ouverte

17. Er zijn twee soorten ontslag. Welke twee zijn dit? Welke geldt voor jou als je ergens anders wil gaan werken?

Slide 21 - Question ouverte

Einde van de opdrachten

Slide 22 - Diapositive