Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Groei en ontwikkeling
Slide 1 - Diapositive
Deze les
Uitleg paragraaf 1.
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat groei en wat ontwikkeling is.
Je kunt de delen van een zaad noemen met hun functie.
Je kunt de levenscyclus van een zaadplant benoemen.
Slide 3 - Diapositive
Vorige les
organisme
levenskenmerken
levend
dood
levenloos
Slide 4 - Diapositive
LEVEND
DOOD
LEVENLOOS
Slide 5 - Question de remorquage
Wat heeft de vorige les (organismen) te maken met deze les (groei en ontwikkeling)?
Slide 6 - Question ouverte
Groei
Groter en zwaarder worden van een organisme
Slide 7 - Diapositive
Een zaad
De meeste planten groeien uit een zaadje
Slide 8 - Diapositive
Kieming
Begint als de zaad water op neemt
Kiem groeit uit tot een kiemplantje
Slide 9 - Diapositive
Zaadlobben
De eerste blaadjes die boven de grond uitkomen, zijn de zaadlobben
Hier zit reservevoedsel in.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
1.
2.
3.
7.
Zaadhuid
Poortje
Navel
Zaadlobben
Slide 12 - Question de remorquage
Levenscyclus
De ontwikkeling van zaad tot plant
Afbeelding 4 bladzijde 20
Slide 13 - Diapositive
Levenscyclus
De ontwikkeling van zaad tot plant
Afbeelding 4 bladzijde 20
Slide 14 - Diapositive
Ontwikkeling
Veranderingen in de bouw van een organisme
Slide 15 - Diapositive
Groei
Een organisme wordt groter en zwaarder
Ontwikkeling
Veranderingen in de bouw van het organisme
Slide 16 - Diapositive
Groei of ontwikkeling? Het langer worden van je haar
A
Groei
B
Ontwikkeling
Slide 17 - Quiz
Is dit een voorbeeld van groei of ontwikkeling?
A
Groei
B
Ontwikkeling
Slide 18 - Quiz
Groei of ontwikkeling? Het maken van een zaadje bij de plant
A
Groei
B
Ontwikkeling
Slide 19 - Quiz
Als een plantje nieuwe zijwortels krijgt, is dit dan groei of ontwikkeling?
A
Groei
B
Ontwikkeling
Slide 20 - Quiz
Groei of ontwikkeling? Een plant die langer wordt
A
Groei
B
Ontwikkeling
Slide 21 - Quiz
Groei of ontwikkeling? Een baby die tanden krijgt
A
Groei
B
Ontwikkeling
Slide 22 - Quiz
Groei of ontwikkeling? Het krijgen van borsten
A
Groei
B
Ontwikkeling
Slide 23 - Quiz
Groei of ontwikkeling? Baby Piet woog bij de geboorte 3,5 kg bij zijn 2e weegmoment woog hij al 4,5 kg.
A
Groei
B
Ontwikkeling
Slide 24 - Quiz
Thema 1: Planten & dieren
Basisstof 3: Metamorfose
Slide 25 - Diapositive
Vandaag
Huiswerk bespreken
Thema 1 bs 3
Slide 26 - Diapositive
Welke vragen vond je heel makkelijk?
Welke vond je nog moeilijk?
Huiswerk 25 september
Slide 27 - Diapositive
Metamorfose
Basisstof 3 Metamorfose
Slide 28 - Diapositive
Doel 1.3: Metamorfose
Je kunt omschrijven wat metamorfose is.
Je kunt de levenscyclus van een koolwitje en van een kikker beschrijven.
Slide 29 - Diapositive
Bij sommige dieren lijken de jongen helemaal niet op de volwassen dieren. Hierboven zie je het lieveheersbeestje. Bij deze dieren heten de jongen larven. De larve heeft geen vleugels.
Slide 30 - Diapositive
Metamorfose
Wanneer de jongen niet lijken op de volwassen dieren, bijvoorbeeld vlinders en kikkers
Slide 31 - Diapositive
Wat is metamorfose?
A
Als jonge dieren een andere lichaamsbouw en levenswijze hebben dan volwassen dieren.
B
Als jonge en volwassen dieren steeds groter en zwaarder worden.
Slide 32 - Quiz
Een vlieg heeft een metamorfose
A
Juist
B
Onjuist
Slide 33 - Quiz
Metamorfose
Vlinders ondergaan ook een metamorfose
Levenscyclus bestaat uit vier stadia:
Ei
Larve
Pop
Imago
Slide 34 - Diapositive
Metamorfose kikker
Slide 35 - Diapositive
Lees nu de tekst over vlinders en kikkers op bladzijde ...
Slide 36 - Diapositive
Wat is de goede volgorde van de metamorfose van het koolwitje?
A
ei, rups, pop, vlinder
B
ei, pop, rups, vlinder
C
rups, pop, ei, vlinder
D
pop, ei, rups, vlinder
Slide 37 - Quiz
Aan de slag
Maken opdracht 1-4 van paragraaf 1.2
Slide 38 - Diapositive
.
Een bruine boon is een zaad.
.
Het zaadje neemt water op via het poortje. Het zaadje zwelt op en de zaadhuid breekt open.
.
Het worteltje komt naar buiten.
.
Het worteltje groeit de bodem in en de zaadlobben komen boven de grond
.
Het kiemplantje groeit en gebruikt hierbij voedingsstoffen uit de zaadlobben.
.
Het kiemplantje wordt groter en krijgt meer bladeren. De zaadlobben verdwijnen.
.
Er is een volwassen plant ontstaan.
.
Aan de bonenplant ontstaan bloemen. UIt de bloemen ontstaan peulvruchten met zaden.