2.7 Grammatica les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Nederlands

Grammatica 2.7

Week 3, les 2

Programma

• Lezen (10 min)
• Woorden
• 2.7 Grammatica
• Evaluatie/vragen

1. 

Eerste woord = betekenis

Een zin met woord 1 erin, meestal wat langer dan dit.

2.

Eerste woord = betekenis

Een zin met woord 1 erin, meestal wat langer dan dit.

5) Ontvangst	6) aantreffen
onthaal	iets ergens vinden
De gasten kregen een hartelijke ontvangst.	Ze trof hem bewusteloos aan in de berm van de weg.

Woorden voor vandaag

Doelstelling

Na deze les:

• Kun je een werkwoord herkennen
• Weet je wat een infinitief is

"Het meisje gaf de prachtige ketting aan een goede vriendin."
Benoem de zelfstandige naamwoorden

"Het meisje gaf de prachtige ketting aan een goede vriendin."
Benoem de lidwoorden

Lidwoorden

Twee soorten:

• Bepaalde lidwoorden: gebruik je als het duidelijk is wie of wat je bedoelt: het meisje, de ketting
• 
  
• Onbepaalde lidwoorden: gebruik je als het niet duidelijk is wie je precies bedoelt: een goede vriendin

"Het meisje gaf de prachtige ketting aan een goede vriendin."
Benoem de bepaalde lidwoorden.

werkwoorden

Werkwoorden

Twee kenmerken:

• Iets wat je doet: Hij praat, zij vertrekt, ze zwaaien
• Of een situatie: Hij staat, het regent, ze vielen

Het hele werkwoord wordt ook wel infinitief genoemd: praten, vertrekken, zwaaien, staan, regenen, vallen.

DOEL: Herken het werkwoord en de infinitief.

HOE: In Talent Online op je Ipad

HULP: Lesstof -> werkwoord

WAT:

Maak opdracht 12 t/m 16 van paragraaf 2.7

Huiswerkcheck vrijdag

In Talent Online op je Ipad:

• 2.7 Opdracht 6 t/m 10
• 2.7 Opdracht 12 t/m 16
• 2.7 Opdracht 2, 18 en Test Jezelf

"De toets was moeilijk."
Het lidwoord is een...

1. bepaald lidwoord
2. onbepaald lidwoord

"Wesley voetbalt in Rotterdam."
Hoeveel zelfstandige naamwoorden staan in deze zin?

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Huiswerk volgende les

In Talent Online op je Ipad:

• 2.7 Opdracht 12 t/m 16