Wiskunde H4.6 Prijs berekenen

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

- Na de les weet je of het wel of geen verhoudingstabel is.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Bij een slager betaal je 10 euro voor 2 kg vlees.
Het bedrag en het aantal kilo's vlees is in
 Je kan hier een                                        bij maken.
Sleep de juiste waardes in de verhoudingstabel:
gewicht in kg
2
20
8
16
4
bedrag
10
verhouding
verhoudingstabel
100
40
80
20

Slide 7 - Question de remorquage

Aantal huizen
3
27
6
Aantal fietsen
12
120
Sleep de goede antwoorden in de verhoudingstabel
15
30
24
108
9

Slide 8 - Question de remorquage

Wat is de verhouding in deze tabel?
A
1 op 9
B
1 op 3
C
3 op 27
D
10 op 90

Slide 9 - Quiz

afronden op 1 decimaal
4,8497
A
4
B
4,7
C
4,85
D
4,8

Slide 10 - Quiz

afronden op 2 decimalen
21,056
A
21,06
B
21,05
C
21,60
D
21,00

Slide 11 - Quiz

Wat is de waarde van het cijfer 5?
50
5000
5
50000
351
50872
15003
2395

Slide 12 - Question de remorquage

In iedere doos zitten 12 ballen. Je hebt 30 ballen nodig. Hoeveel dozen koop je dan?
A
3
B
4
C
2
D
10

Slide 13 - Quiz


Is 15 een veelvoud van 5?
Veelvouden
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Oneven of even?
5
A
even
B
oneven

Slide 15 - Quiz

Wat zijn de eerste 5 veelvouden van 3?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

10 oliebollen kosten €5,50. 
Hoeveel euro kosten 13 oliebollen? 
Vul de verhoudingstabel in.
aantal oliebollen
prijs in euros
10
5,50
7,15
13
1

Slide 22 - Question de remorquage

Vul de verhoudingstabel in. Sleep het juiste antwoord naar de twee juiste plekken in de tabel
€ 0,20
€ 20
€ 35
€ 1,40
€ 14
€ 4,90

Slide 23 - Question de remorquage

Voor het bakken van koekjes heb je per 50 gram suiker, 80 gram bloem nodig. Bereken hoeveel bloem er nodig is als er 125 gram suiker wordt gebruikt. 
50
80
Leerdoel 1.2: Ik kan rekenen met een verhoudingstabel.

125
125
x 125
1,60
200
: 50
1
: 50
x 125

Slide 24 - Question de remorquage

timer
21:00
Hoofdstuk 4.6 
blz 203
Opdrachten 92 t/m 99

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive