Hoofdstuk 4.2 Spanningsbronnen

Hoofdstuk 4 Elektriciteit
4.2 Spanningsbronnen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4 Elektriciteit
4.2 Spanningsbronnen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Herhaling 4.1
Uitleg 4.2
Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Zijn er vragen over 4.1?

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen 4.2
  1. Je kunt beschrijven hoe je spanning meet.
  2. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen spanning en stroomsterkte.
  3. Je kunt een aantal spanningsbronnen noemen.
  4. Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
  5. Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je een elektrisch apparaat niet op de juiste spanning aansluit.

Slide 4 - Diapositive

Lees de stroomsterkte af van deze stroommeter.
A
0,045 A
B
0,45 A
C
4,5 A
D
45 A

Slide 5 - Quiz

Hoeveel mA is 0,045 A?

Slide 6 - Question ouverte

Waarom brandt het lampje niet?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat zie je allemaal op de batterij?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wat valt op aan de manier hoe deze batterijen geschakeld zijn?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Werking dynamo
  1. Je fietst.
  2. Het wieltje van de dynamo gaat draaien.
  3. De magneet gaat draaien.
  4. In de spoel gaat een stroom lopen.
  5. De lamp gaat branden.

Slide 16 - Diapositive

de naafdynamo
Bij nieuwe fietsen zit de dynamo vaak verstopt in de naaf. 

Bij een dynamo in de naaf voel je bijna niet dat je zwaarder moet trappen. 

De spanning van een naafdynamo is even groot als de spanning van een dynamo met een wieltje.

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk
Afmaken 4.1: 1 t/m 15 (vanaf blz. 143)
4.2: vraag 1 t/m 8 (vanaf blz. 151)

Slide 18 - Diapositive

Leerdoelen 4.2
  1. Je kunt beschrijven hoe je spanning meet.
  2. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen spanning en stroomsterkte.
  3. Je kunt een aantal spanningsbronnen noemen.
  4. Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
  5. Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je een elektrisch apparaat niet op de juiste spanning aansluit.

Slide 19 - Diapositive