Rekenwoorden

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenISK

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Rekenwoorden

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

kun je de 4
hoofdbewerkingen
noemen?

Slide 5 - Carte mentale

Maak de som bij een zin.
Wat is het verschil tussen 10 en 3?



10 - 3 = 7

Slide 6 - Diapositive

Maak de som bij een zin.
Ik trek 1 af van de 8.
8 - 1 = 7

Slide 7 - Diapositive

Maak de som bij een zin.
Wat is het product van 2 en 3?
2 x 3 = 6

Slide 8 - Diapositive

Een som in een antwoord zetten
Let er op dat je geen spatie typt in de som
dus niet zo:
3 + 8 = 11
maar zo:
3+8=11
anders rekent het programma het fout

Slide 9 - Diapositive


Maak de som bij een zin.
Ik tel 2 op bij 7.

Slide 10 - Question ouverte


Maak de som bij een zin.
Ik heb 10 en haal er 2 af.

Slide 11 - Question ouverte

de 4 hoofdbewerkingen

Slide 12 - Diapositive


Maak de som bij een zin.
Ik heb 14 en haal er 6 af.
A
14 x 6 = 84
B
14 - 6 = 8
C
14 + 6 = 20
D
14 : 6 = 2 1/3

Slide 13 - Quiz


Maak de som bij een zin.
Ik heb 14 en doe er 7 bij.
A
14 + 7 = 21
B
14 - 7 = 7
C
14 x 7 = 98
D
14 : 7 = 2

Slide 14 - Quiz


Maak de som bij een zin.
Ik neem 16 en 8 samen.
A
16 + 8 = 24
B
16 - 8 = 8
C
16 x 8 = 128
D
16 : 8 = 2

Slide 15 - Quiz


Maak de som bij een zin.
Ik vermenigvuldig 24 en 8.
A
24 + 8 = 32
B
24 - 8 = 16
C
24 x 8 = 192
D
24 : 8 = 4

Slide 16 - Quiz


Maak de som bij een zin.
Wat is het product van 12 en 2?
A
12 + 2 = 14
B
12 - 2 = 10
C
12 x 2 = 24
D
12 : 2 = 6

Slide 17 - Quiz


Maak de som bij een zin.
Ik deel 16 door 8.
A
16 + 8 = 24
B
16 - 8 = 8
C
16 x 8 = 128
D
16 : 8 = 2

Slide 18 - Quiz

de belangrijkste rekentekens

Slide 19 - Diapositive

rekenmachine

alle rekenmachines hebben de belangrijkste rekentekens

Slide 20 - Diapositive

Eenheden
Hondertallen
Tientallen
duizentallen
Tienduizentallen
20000
3
900
100
10
7
40
50
4000
8
7000
90
300

Slide 21 - Question de remorquage

procent
keer
is
is gelijk
optellen
vermenigvuldigen
samen
som
quotiënt
product
gedeeld door
opgeteld
is hetzelfde als

Slide 22 - Question de remorquage

heb je het goed begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Slide 24 - Diapositive