2a2 chap2 introduction

Français en classe
Introduction chapitre 2
Inhalers proefwerk chap1?
Leertaak + uitspraak
Spreekdoel
Je kunt vertellen wat je het afgelopen weekend hebt gedaan.
Je kunt vertellen of je broers/zussen hebt, hoe zij heten en hoe oud zij zijn.
Cultuurdoel(en)
  • Je kunt vertellen welke voor -en nadelen er zijn aan het leven in de stad/op het platteland in Nederland.
  • Je vergelijkt de voor -en nadelen van het leven in de stad/op het platteland met dat van Frankrijk.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Français en classe
Introduction chapitre 2
Inhalers proefwerk chap1?
Leertaak + uitspraak
Spreekdoel
Je kunt vertellen wat je het afgelopen weekend hebt gedaan.
Je kunt vertellen of je broers/zussen hebt, hoe zij heten en hoe oud zij zijn.
Cultuurdoel(en)
  • Je kunt vertellen welke voor -en nadelen er zijn aan het leven in de stad/op het platteland in Nederland.
  • Je vergelijkt de voor -en nadelen van het leven in de stad/op het platteland met dat van Frankrijk.

Slide 1 - Diapositive

Français en classe
Parler du weekend (P.C.)
  • Tu as passé un bon weekend?
  • Qu'est-ce que tu as fait ce weekend ?

  • Tu as des frères et soeurs? 
  • Comment il / elle s'appelle ?
  • Il/elle a quel âge ?  
  • Tu aimes habiter en ville / dans un village ?
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

L'agenda
Vrijdag 25 november 4e uur
Chapitre 2: SO
Vocabulaire AB                                                  
Zinnen C
Grammatica D (het bijvoeglijk naamwoord)                                    

Herhaling:
passé composé (voltooide tijd) ww -er + onregelmatige vormen               
présent (t.t.) ww -er + uitgangen                      
présent avoir/être
                           

Slide 3 - Diapositive

Leertaak
Chapitre 2:
vocabulaire A (page 88)
phrases C      (page 90)

Herhalingsstof:
werkwoorden -er met Quizlet
prononciation
la fille/le fils unique
blanc/ blanche
qu'est-ce que vous aimez faire ?
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Tu habites en ville ou à la campagne?

Slide 5 - Sondage

Tu préfères habiter en ville ou à la campagne?

- Je préfère habiter ......

Slide 6 - Question ouverte

timer
1:00
Voordelen + nadelen wonen in de stad

Slide 7 - Carte mentale

timer
1:00
Voordelen + nadelen wonen op het platteland / in een dorp

Slide 8 - Carte mentale

Interactieve video
- On va regarder une vidéo avec Léo et Valentin.
- Léo habite dans une grande ville et Valentin habite dans un village.
- Ils parlent des convenients et inconventients.

Verschilt het stadsleven/plattelandsleven van Frankrijk met Nederland?

Slide 9 - Diapositive

5

Slide 10 - Vidéo

00:40
Wie woont er in de stad?
A
Léo (Toulouse)
B
Valentin (Saint-Sardos)

Slide 11 - Quiz

00:51
Noem 1 voordeel aan wonen in de stad volgens Léon ?

"L'avantage (het voordeel) c'est qu'on a tout.
On peut aller au cinéma, on peut aller manger parce que
il y a des barres et il y a plein de restaurants."

Slide 12 - Question ouverte

01:29
Welke twee activiteiten doet Valentin in zijn dorp?
A
Voetbal en tennis
B
Voetbal en rugby
C
Fietsen en voetbal
D
Koken en dansen

Slide 13 - Quiz

02:10
Welke 'résaux sociaux' gebruikt Léo ?
A
Instagram en Tiktok
B
Instagram en Facebook
C
Instagram en Snapchat
D
Snapchat en BeReal

Slide 14 - Quiz

02:16
Hoeveel uur spelen Franse jongeren op hun telefoon?
"Plus de trois heures"
A
Meer dan drie uur
B
Minder dan drie uur
C
Precies drie uur

Slide 15 - Quiz

Verschilt het leven in het centrum van Frankrijk veel met Nederland?
Oui
Non
Ça dépend (hangt ervanaf)

Slide 16 - Sondage

Verschilt het leven op het platteland in Frankrijk veel met Nederland?
Oui
Non
Ça dépend (hangt ervanaf)

Slide 17 - Sondage

Travailler en deux
Caractéristiques:
1. Quartier:(centre)    île de la cité
2. Surface intérieure:        100 m2
  3. Genre de maison:  appartement
4. Le prix:                  1 638 000€ 



Slide 18 - Diapositive

Wat kun je voor 2 miljoen kopen
in het centrum van Amsterdam?

Hulpmiddel: Funda.nl (in tweetallen)
timer
3:00

Slide 19 - Question ouverte

In Amsterdam kun je meer kopen voor 2 miljoen dan in Parijs.
Vrai
Faux
Ça dépend (hangt ervanaf)

Slide 20 - Sondage

In Amsterdam (stad) kun je meer kopen voor 2 miljoen dan in Dalfsen (dorp)?
Vrai
Faux

Slide 21 - Sondage

Au travail
Spreekopdracht voorbereiden (in schrift)
- Zeg waar je woont
- Vertel of je in een stad / dorp woont
- Noem een voordeel      OF   noem een nadeel.

  • J'habite à Steenwijk.
  • J'habite en ville / dans un village.
  • J'aime habiter en ville, parce que il y a un cinéma.
  • Je n'aime pas habiter en ville, parce que il y a beaucoup de gens*
(* er zijn veel mensen)

Slide 22 - Diapositive