Herhalen formules

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Herhalen formules

vijf vragenseries en oefeningen

Klaar voor serie 1?

Pak je schrift erbij.

Je mag een rekenmachine gebruiken

Woordformule!

In Arjan zijn aquarium zit 240 liter water.
Elke week verdampt er 1,5 liter water.
Met welke woordformule kun je het overgebleven hoeveelheid water berekenen?

1. Hoeveelheid water = 240 x aantal weken - 1,5
2. Hoeveelheid water = 1,5 x aantal weken
3. Hoeveelheid water = 1,5 x aantal weken - 240
4. Hoeveelheid water = 240 - 1,5 x aantal weken

Het huren van een busje kost €30,00 per dag. Welke woordformule hoort hierbij?

1. Totale kosten = 30 : aantal dagen
2. Totale kosten = 30 + aantal dagen
3. Totale kosten = 30 x aantal dagen
4. Totale kosten = 30 - aantal dagen

Als je een formule gaat gebruiken volg je 3 stappen. Wat is de eerste stap die je moet opschrijven voor een complete berekening?

1. Ik neem de formule over
2. Ik vul de formule in
3. Ik bereken de uitkomst

Anouk is aan het sparen voor een nieuwe smartphone. Ze heeft al €40,00 in haar spaarpot. Met babysitten verdiend ze elke week €15,00. Bij dit verhaal hoort de volgende formule:
Spaargeld = 40 + 15 x aantal weken
Hoeveel spaargeld heeft Anouk over 7 weken?

1. € 55,00
2. € 145,00
3. € 385,00
4. Ik heb geen idee

Oefenen BM serie 1

Deze serie duurt 5 minuten volgens BM.

Na deze 5 minuten ga ik eventuele vragen beantwoorden

Je mag overleggen met buurman/buurvrouw.

Klaar voor serie 2?

Pak je schrift erbij.

Je mag een rekenmachine gebruiken

Letterformules!

v = 7 + 3q
Wat is v, als q = 2

1. 39
2. 20
3. 13
4. 6

Osman heeft een fiets met een kilometerteller. Op de eerste dag van zijn vakantie maakt hij een fietstocht. De kilometerstand kan hij berekenen met de volgende formule: k = 250 + 15t
k = kilometerstand en t = tijd in uren.
Hoeveel kilometer staat er op zijn kilometerstand, voordat hij op de fiets stapt deze vakantie?

1. 15
2. 250
3. 265
4. 0

Oefenen BM serie 2

Deze serie duurt 8 minuten volgens BM.

Na deze 8 minuten ga ik eventuele vragen beantwoorden

Je mag overleggen met buurman/buurvrouw.

Klaar voor serie 3?

Pak je schrift erbij.

Je mag een rekenmachine gebruiken

Tabel en grafiek bij lineaire grafiek

Hoeveel punten moet je in een assenstelsel tekenen om een lineaire grafiek te maken?

1. 1
2. 2
3. 4
4. 5

De regelmaat in
deze tabel is

1. 1
2. 12

Oefenen BM serie 3

Deze serie duurt 11 minuten volgens BM.

Na deze 11 minuten ga ik eventuele vragen beantwoorden

Je mag overleggen met buurman/buurvrouw.

Klaar voor serie 4?

Pak je schrift erbij.

Je mag een rekenmachine gebruiken

Lineair verband: tabel, grafiek, formule

Bij een lineair verband kun je een grafiek tekenen. Je herkent de daarbij behorende tabel door:

1. een gelijkmatige toename
2. een gelijkmatige afname
3. een gelijkmatige toename of afname
4. Je kunt dit niet zien in de tabel

Bij een lineair verband kun je altijd een grafiek tekenen. De grafiek heeft altijd ........

1. een kromme lijn
2. een rechte lijn

Oefenen BM serie 4

Deze serie duurt 7 minuten volgens BM.

Na deze 7 minuten ga ik eventuele vragen beantwoorden

Je mag overleggen met buurman/buurvrouw.

Klaar voor serie 5?

Pak je schrift erbij.

Je mag een rekenmachine gebruiken

begingetal en hellingsgetal

Het hellingsgetal zegt hoe sterk de grafiek daalt of stijgt. Je kunt hem vinden door een driehoek te maken onder de grafiek. Hoe bereken je het hellingsgetal?

1. verschil x-as : verschil y-as
2. verschil y-as : verschil x-as

Het begingetal kun je vinden, doordat de grafiek snijdt met de x-as

1. waar
2. niet waar

Oefenen BM serie 5

Deze serie duurt 10 minuten volgens BM.

Na deze 10 minuten ga ik eventuele vragen beantwoorden

Je mag overleggen met buurman/buurvrouw.