4-11 Lowan thema 5 De kleding dag 1

de kleding
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

de kleding

Slide 1 - Diapositive

de kleding

Slide 2 - Carte mentale

Wat ga ik leren?
Nieuwe woorden bij thema De kleding

Slide 3 - Diapositive

Luister goed!

Slide 4 - Diapositive

de jas

Slide 5 - Diapositive

de broek

Slide 6 - Diapositive

de jurk

Slide 7 - Diapositive

de trui

Slide 8 - Diapositive

de rok

Slide 9 - Diapositive

de blouse

Slide 10 - Diapositive

de sokken

Slide 11 - Diapositive

het t-shirt

Slide 12 - Diapositive

de korte broek

Slide 13 - Diapositive

het ondergoed

Slide 14 - Diapositive

de onderbroek

Slide 15 - Diapositive

het hemd

Slide 16 - Diapositive

de bh

Slide 17 - Diapositive

Luister goed en zeg het woord na.

Slide 18 - Diapositive

de jas

Slide 19 - Diapositive

de broek

Slide 20 - Diapositive

de jurk

Slide 21 - Diapositive

de trui

Slide 22 - Diapositive

de rok

Slide 23 - Diapositive

de blouse

Slide 24 - Diapositive

de sokken

Slide 25 - Diapositive

het t-shirt

Slide 26 - Diapositive

de korte broek

Slide 27 - Diapositive

het ondergoed

Slide 28 - Diapositive

de onderbroek

Slide 29 - Diapositive

het hemd

Slide 30 - Diapositive

de bh

Slide 31 - Diapositive

Werkwoorden

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Aantrekken
trekken      aan

ik                            trek aan
jij / u                      trekt aan
hij / zij                  trekt aan
wij / jullie / zij    trekken aan

Slide 34 - Diapositive

Uittrekken
trekken      uit

ik                            trek uit
jij / u                      trekt uit
hij / zij                  trekt uit
wij / jullie / zij    trekken uit

Slide 35 - Diapositive

Zien
zien

ik                            zie
jij / u                      ziet
hij / zij                  ziet 
wij / jullie / zij    zien

Slide 36 - Diapositive

Korte quiz

Slide 37 - Diapositive


A
de broek
B
het broek
C
de brouk
D
de bruik

Slide 38 - Quiz


A
de socks
B
het soken
C
de soken
D
de sokken

Slide 39 - Quiz


A
de truij
B
het trui
C
de trui
D
de trou

Slide 40 - Quiz


A
de blouse
B
het bloese
C
de blause
D
de bloes

Slide 41 - Quiz


A
het t-sjurt
B
het T-shirt
C
de t-shirt
D
het shjurt

Slide 42 - Quiz

Sleep naar de juiste plek.
de broek
de jurk
het T-shirt

Slide 43 - Question de remorquage


Slide 44 - Question ouverte


Slide 45 - Question ouverte


Slide 46 - Question ouverte

Plaats een ster op de jas.

Slide 47 - Question de remorquage

Plaats een ster op de broek.

Slide 48 - Question de remorquage

Je ziet het woord in het Nederlands.
Schrijf het woord ernaast in jouw taal. 

Slide 49 - Diapositive

Pak je werkboek.
Maak dag 1: blz 1 t/m 8. 

Klaar?
Stenvert

Slide 50 - Diapositive