V1: Unidad 3 Les 3 - Bezittelijke voornaamwoorden

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

START KLAAR

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Lesprogramma
A: Herhaling bezittelijke voornaamwoorden
B: Uitleg videopresentatie
C: Oefenen met woordenschat
D: 

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen
Lesdoelen voor vandaag:
Después de la clase... 
  • R: Ken je de bezittelijke voornaamwoorden in het Spaans
  • T1: Kan je de juiste bezittelijke voornaamwoorden in de juiste vorm invullen.
 

Slide 6 - Diapositive


Welke zijn de bezittelijke vnw in het Spaans?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is een bezittelijke voornaamwoord?
  • Een bezittelijke voornaamwoord geeft aan van wie iets of iemand is.

  • Mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, onze, jullie, hun

Slide 8 - Diapositive

Wat is het bezittelijk voornaamwoord voor 'jij'?
A
jouw
B
hunne
C
mijn
D
hun

Slide 9 - Quiz

Wat is het bezittelijk voornaamwoord voor 'wij'?
A
jullie
B
ons
C
hun
D
jouw

Slide 10 - Quiz

Wat is het bezittelijk voornaamwoord voor 'zij'?
A
mijn
B
ons
C
haar
D
zijn

Slide 11 - Quiz

Bezittelijke voornaamwoorden/ Pronombres posesivos

Slide 12 - Diapositive

Bezittelijke voornaamwoorden/ Pronombres posesivos

Slide 13 - Diapositive

Bezittelijke voornaamwoorden/ Pronombres posesivos

Slide 14 - Diapositive

Bezittelijke voornaamwoorden/ Pronombres posesivos

Slide 15 - Diapositive

Bezittelijke voornaamwoorden
enkelvoud
meervoud
mi libro
mis libros
tu  ...
tus   ...
su...
sus...
nuestro amigo
nuestra amiga
nuestros amigos
nuestras amigas

vuestro...
vuestra...
vuestros...
vuestras...
su...
sus...
Bezittelijk voornaamwoorden

Slide 16 - Diapositive

  • Je kijkt naar het zelfstandig naamwoord wat achter het bezittelijk voornaamwoord staat. 
  • Is het zelfstandig naamwoord meervoud, dan is ook het bezittelijk voornaamwoord meervoud.
  • Bij nuestro/-s en vuestro/-s verandert het in nuestra/-s en vuestra/-s als het zelfstandig naamwoord wat erachter komt vrouwelijk is. 

Slide 17 - Diapositive

Wat is het bezittelijk voornaamwoord voor 'jullie' in het Spaans?
A
su
B
nuestro
C
vuestro
D
mi

Slide 18 - Quiz

Wat is het bezittelijk voornaamwoord voor 'onze' in het Spaans?
A
tu
B
su
C
mi
D
nuestro

Slide 19 - Quiz

Wat is het bezittelijk voornaamwoord voor 'hun' in het Spaans?
A
su
B
mi
C
nuestro
D
tu

Slide 20 - Quiz

Wat is het bezittelijk voornaamwoord voor 'zijn' (enkelvoud) in het Spaans?
A
mi
B
tu
C
su
D
nuestro

Slide 21 - Quiz

Vamos a practicar!!!!
Opdracht 9 blz 50

Slide 22 - Diapositive

Opdracht 9 www.mijnwoordenboek.nl
a. Este es mi hermano Martín y su mujer Kim.
b. Mis abuelos/ Mi abuelo y mi abuela
c. Mi mejor amiga con sus hermanos y hermanas.
d. Mi amigo Marc con su perro.
e. Mi amiga Sandra con su maestra, Martina.
f. Joris y Meryem con sus hijos Sam y Sofía.

Slide 23 - Diapositive

Mi casa ideal

Slide 24 - Diapositive

Spreekvaardigheid: Mi casa ideal

Slide 25 - Diapositive

Vocabulario
pagina 125

Slide 26 - Diapositive



Wat: Betekenissen zoeken van 10 woorden uit het woordenlijst. 
Hoe: In groepjes van twee of individueel 
Waar: In je JDW-map/ schrift
Hulpmiddel: Reporteros tekstboek

Klaar?
Kies 2 woorden en maak 2 zinnen.
Gebruik: mijnwoordenboek.nl 
¡A practicar! 
  1. el hombre
  2. novio/a
  3.  la cama
  4. cocinar
  5.  el armario
  6. la silla
  7. la nevera
  8. el videojuego
  9. abuelo/a
  10. hermano/a

Slide 27 - Diapositive

Vocabulario
  1. el hombre - de man
  2. novio/a - het vriendje/vriendinnetje
  3.  la cama - het bed
  4. cocinar - koken
  5.  el armario - de kast
  6. la silla - de stoel
  7. la nevera - de koelkast
  8. el videojuego - het computerspelletje
  9. abuelo/a - de opa/oma
  10. hermano/a - de broer/zus

Slide 28 - Diapositive

Kies de juiste vorm van de pronombre posesivo
1. Este es mi/mis libros.
2. Me gustan mucho vuestro/as camas.
3. Estos son nuestros/nuestras telefonos.
4. Ellas son tu/tus amigas.
5. Estas es su/sus bolsa.
6. Esta su/sus pelotas.

Slide 29 - Diapositive

Lesdoelen
Lesdoelen voor vandaag:
Después de la clase... 
  • R: Ken je de bezittelijke voornaamwoorden in het Spaans
  • T1: Kan je de juiste bezittelijke voornaamwoorden in de juiste vorm invullen.
 

Slide 30 - Diapositive


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage

¡Hasta la próxima clase!

Slide 32 - Diapositive