3V - les 2 - 21/22
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Geef een voorbeeld van een Frans bijvoeglijk naamwoord die je nog kent.
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Diapositive
La maison ______ (vert). Vul alleen de goede vorm van het woord in.
Slide 5 - Question ouverte
Les garçons ______ (blond). Vul alleen de goede vorm van het woord in.
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
La ______ dame (vieux). Vul alleen de goede vorm van het woord in.
Slide 8 - Question ouverte
Le ______ Tour de France (grand). Vul alleen de goede vorm van het woord in.
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Wat heb je geleerd?
