Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Spreekwoorden met als thema scheepvaart
Spreekwoorden
1 / 41
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Basisschool
Groep 7,8
Cette leçon contient
41 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
40 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Spreekwoorden
Slide 1 - Diapositive
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een waarheid of wijsheid bevat.
In deze les leer je 15 veel gebruikte spreekwoorden.
Alle 15 hebben hun oorsprong in de scheepvaart.
Maak geen gissingen, gebruik liever Google om achter de betekenis te komen.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Sleep de juiste betekenis naar het spreekwoord
De beste stuurlui staan aan wal
De boot afhouden
Er is geen land met hem te bezeilen
Een oogje in het zeil houden
Zijn schepen achter zich verbranden
Aan lager wal raken
Je moet een beetje schipperen
Uit de boot vallen
Niet direct ‘ja’ zeggen
Niet meer mee willen of kunnen doen
Niet meer terug kunnen
In slechte omstandigheden komen
Je moet wat geven en nemen
Een buitenstaander weet het altijd beter
Er is niets met hem te beginnen
Toezicht houden
Slide 4 - Question de remorquage
Sleep de juiste betekenis naar het spreekwoord
Nog veel voor de boeg hebben
De boot missen
Schoon schip maken
Overstag gaan
Het zal zo’n vaart niet lopen
Onder zeil gaan
Alle zeilen bijzetten
De beste stuurlui staan aan wal
Opnieuw beginnen
Gaan slapen
Het valt wel mee
Een buitenstaander weet het altijd beter
Nog veel te doen hebben
Je uiterste best doen
Toegeven
Te laat komen
Slide 5 - Question de remorquage
Welk woord hoort bij het spreekwoord?
Er is geen ... met hem te bezeilen
A
eiland
B
meer
C
land
Slide 6 - Quiz
Welk woord hoort bij het spreekwoord?
Onder ... gaan
A
zee
B
zeil
C
zorg
Slide 7 - Quiz
Welk woord hoort bij het spreekwoord?
Het zal zo’n ... niet lopen
A
weg
B
vaart
C
boog
Slide 8 - Quiz
Welk woord hoort bij het spreekwoord?
De ... afhouden
A
boot
B
bak
C
brug
Slide 9 - Quiz
Welk woord hoort bij het spreekwoord?
De beste ... staan aan wal
A
schipperslui
B
scheepslui
C
stuurlui
Slide 10 - Quiz
Welk woord hoort bij het spreekwoord?
Zijn ... achter zich verbranden
A
vissen
B
schepen
C
boten
Slide 11 - Quiz
Welk woord hoort bij het spreekwoord?
Alle zeilen ...
A
bijhalen
B
bijsturen
C
bijzetten
Slide 12 - Quiz
Welk woord hoort bij het spreekwoord?
Aan lager ... raken
A
wal
B
land
C
kant
Slide 13 - Quiz
Welk woord hoort bij het spreekwoord?
... gaan
A
overstag
B
overslag
C
overzee
Slide 14 - Quiz
Welk woord hoort bij het spreekwoord?
De boot ...
A
halen
B
missen
C
kopen
Slide 15 - Quiz
Welk woord hoort bij het spreekwoord?
Je moet een beetje ...
A
schipperen
B
roeien
C
sturen
Slide 16 - Quiz
Welk woord hoort bij het spreekwoord?
Uit de ... vallen
A
boom
B
boeg
C
boot
Slide 17 - Quiz
Welk woord hoort bij het spreekwoord?
Een ... in het zeil houden
A
lipje
B
oogje
C
oortje
Slide 18 - Quiz
Welk woord hoort bij het spreekwoord?
... schip maken
A
droog
B
mooi
C
schoon
Slide 19 - Quiz
Welk spreekwoord is van toepassing?
Zijn schepen achter zich verbranden
Aan lager wal raken
Schoon schip maken
Je moet een beetje schipperen
De boot missen
Overstag gaan
De beste stuurlui staan aan wal
Onder zeil gaan
Mijn oom is zijn huis en baan
kwijtgeraakt
Hij kwam toen de taart al op was
Uiteindelijk mocht zijn broer met
't speelgoed spelen
Hij is zomaar naar Australië verhuisd
’s Middags ging opa lekker slapen
De buurman, die geen tuin heeft, zegt
hoe wij onze planten moeten verzorgen.
We zijn in deze stad opnieuw begonnen
Af en toe moet mijn moeder ook eens wat
toegeven
Slide 20 - Question de remorquage
Sleep de juiste betekenis naar het spreekwoord
Het zal zo’n vaart niet lopen
De boot afhouden
Nog veel voor de boeg hebben
Alle zeilen bijzetten
Uit de boot vallen
Er is geen land met haar te bezeilen
Een oogje in het zeil houden
Aan lager wal raken
Chris doet er alles aan om zijn
cijfer op te halen
Mijn zus was de hele dag aan het huilen
en deed verder niks
Hij wist nog niet of hij op het
feestje zou komen
Mijn oom is zijn huis en baan
kwijtgeraakt
Mama keek steeds even bij mijn
zusje op het strand
De uitslag zal straks wel meevallen
Zij viel en kon niet meer meedoen met
voetbal
We hebben nog heel veel te doen
vandaag
Slide 21 - Question de remorquage
Slide 22 - Vidéo
Welk spreekwoord kun je maken? Schrijf de woorden in de juiste volgorde
schipperen beetje moet je een
Slide 23 - Question ouverte
Welk spreekwoord kun je maken? Schrijf de woorden in de juiste volgorde
de missen boot
Slide 24 - Question ouverte
Welk spreekwoord kun je maken? Schrijf de woorden in de juiste volgorde
wal aan lager raken
Slide 25 - Question ouverte
Welk spreekwoord kun je maken? Schrijf de woorden in de juiste volgorde
afhouden boot de
Slide 26 - Question ouverte
Welk spreekwoord kun je maken? Schrijf de woorden in de juiste volgorde
zeil onder gaan
Slide 27 - Question ouverte
Welk spreekwoord kun je maken? Schrijf de woorden in de juiste volgorde
oogje het een in houden zeil
Slide 28 - Question ouverte
Welk spreekwoord kun je maken? Schrijf de woorden in de juiste volgorde
staan de wal stuurlui beste aan
Slide 29 - Question ouverte
Welk spreekwoord kun je maken? Schrijf de woorden in de juiste volgorde
er geen is bezeilen met hem te land
Slide 30 - Question ouverte
Welk spreekwoord kun je maken? Schrijf de woorden in de juiste volgorde
achter zijn verbranden schepen zich
Slide 31 - Question ouverte
Welk spreekwoord kun je maken? Schrijf de woorden in de juiste volgorde
boeg nog voor de hebben veel
Slide 32 - Question ouverte
Welk spreekwoord kun je maken? Schrijf de woorden in de juiste volgorde
bijzetten alle zeilen
Slide 33 - Question ouverte
Welk spreekwoord kun je maken? Schrijf de woorden in de juiste volgorde
boot uit vallen de
Slide 34 - Question ouverte
Welk spreekwoord kun je maken? Schrijf de woorden in de juiste volgorde
maken schoon schip
Slide 35 - Question ouverte
Welk spreekwoord kun je maken? Schrijf de woorden in de juiste volgorde
gaan overstag
Slide 36 - Question ouverte
Welk spreekwoord kun je maken? Schrijf de woorden in de juiste volgorde
zo’n niet vaart lopen het zal
Slide 37 - Question ouverte
Slide 38 - Diapositive
Tijdens de hele les heb je dit plaatje gezien.
Het stelt een spreekwoord voor.
Welk spreekwoord is het en wat betekent dat?
Slide 39 - Question ouverte
Wat vond je van de les?
A
B
C
D
Slide 40 - Quiz
Dat was het weer voor deze week.
Hieronder kun je schrijven als je een boodschap achter wilt laten.
Slide 41 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Spreekwoorden scheepvaart
Septembre 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 8
Spreekwoorden en gezegdes
Juillet 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Spreekwoorden en gezegdes
Mai 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Spreekwoorden en gezegdes
Avril 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Spreekwoorden en gezegdes
Juin 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Spreekwoorden en gezegdes
Mai 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Spreekwoorden en gezegdes
Janvier 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Spreekwoorden en gezegdes
Mai 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4