Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Een magnetische veldlijn begint bij
A
een noordpool
B
een zuidpool
C
heeft geen begin
D
bewegende lading
Slide 1 - Quiz
De Lorentzkracht is de kracht van het magneetveld op een
A
noordpool
B
zuidpool
C
positief geladen deeltje
D
bewegend geladen deeltje
Slide 2 - Quiz
De stroom in het staafje gaat naar
A
Links
B
Rechts
C
Omhoog
D
Er loopt geen stroom
Slide 3 - Quiz
Stroom I gaat naar rechts door de zwarte draad met lengte L. Het magneetveld B is in de richting van de groene pijlen. De Lorentzkracht bereken je met:
A
FL = B. I . L
B
FL = B. I . L . cos(alfa)
C
FL = B. I . L . sin(alfa)
D
FL = B. I . L . tan(alfa)
Slide 4 - Quiz
Naar welke kant staat de lorentzkracht die werkt op draad RS?
A
Naar links
B
Naar rechts
C
Naar boven
D
Naar beneden
Slide 5 - Quiz
De richting van de Lorentzkracht is naar
A
links
B
boven
C
rechts
D
beneden
Slide 6 - Quiz
De richting van de Lorentzkracht is naar
A
links
B
boven
C
rechts
D
beneden
Slide 7 - Quiz
In welke van deze situaties is er geen Lorentzkracht?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 8 - Quiz
De Lorentzkracht op het elektron is correct getekend in
A
a
B
b
Slide 9 - Quiz
Als de Lorentzkracht op de 'onderkant' omlaag is, dan is P
A
De minpool (-)
B
De pluspool (+)
Slide 10 - Quiz
Hiernaast twee situaties waarin een geladen deeltje een magneetveld (rood) inschiet. Op elk deeltje gaat een lorentzkracht werken. Er geldt:
A
De kracht staat bij A omhoog en bij B naar links
B
De kracht staat bij A naar links en bij B naar rechts
C
De kracht staat bij A omlaag en bij B naar rechts
D
De kracht staat bij A naar rechts en bij B naar links