Tekenen - Les 10 - Rastertekenen 2

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
CKVMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rastertekenen
Je kunt een afbeelding natekenen door gebruik te maken van een raster
Je weet, wat je voor volgende week moet leren (SO kleur)

Herhaling belangrijke begrippen voor het SO volgende week - bord
Alvast instructie voor de volgende opdracht:

Tekenen
11 nov
1. Maak een nieuwe opdracht “Rastertekenen” volgens het stappenplan.
2. keuze:  achtergrond schilderen of extra opdracht rastertekenen

Hoe is het gegaan? Tekeningen nabespreken

18-11 SO over kleur. Leren: theorie over kleur (vorige week uitgedeeld en staat eventueel ook op SOM)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 
Twee kleuren die heel verschillend zijn. 
Als je ze naast elkaar gebruikt, versterken ze elkaar.

Slide 3 - Diapositive

Het bekendste voorbeeld van een kleurcontrast: Complementaire kleuren.
Dat zijn kleuren die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel. Als je ze naast elkaar gebruikt, versterken ze elkaar.

Slide 4 - Diapositive

De verdeling warme / koude kleuren is niet strikt. Oranje, geel en rood worden door de meeste mensen als warme kleuren gezien; groen en blauw als koude kleuren. Maar waar de grens precies ligt, ligt niet vast.

Slide 5 - Diapositive

In een toonovergang meng je een kleur (geleidelijk) met wit of zwart. Mengen met wit = verhelderen (a). Mengen met zwart = verdonkeren (b).
Dit kan bijvoorbeeld met verf, krijt, of kleurpotlood.
Liever meer raster-uitdaging?
Doe de appel challenge.
Let op licht & schaduw! nu! 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

film over rastertekenen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  Rastertekenen








  • Teken heel vaag/dun een raster op je papier. 12x12 cm, de vakjes zijn 3x3 cm.
  • Kies 1 van de voorbeeldplaatjes uit
  • Teken met tekenpotlood het plaatje na in je raster. Let steeds goed op in welk vakje de lijnen moeten komen.
  • Tevreden? Trek je tekening over met fineliner. Laat even drogen. Gum het raster uit.
  • Kleur je tekening in met kleurpotlood of stift
                                Achtergrond schilderen

  • Leg krantenpapier op je tafel.
  • Plak met schilderstape een A3 papier op de krant.
  • Kies of je direct verf op het papier gaat mengen, of gebruik een stukje karton om te mengen.
  • Maak de verf met een grote kwast helemaal glad.
  • Maak je kwast schoon en droog en maak het daarna nog gladder.
  • Kwast schoonmaken, papier in droogrek


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

achtergrond schilderen voor je rastertekening
Docent doet voor:
  1. Leg krantenpapier op je tafel.
  2. Plak met schilderstape een A3 papier op de krant. Doe het zo dat de tape niet voor op het A3 zit!)
  3. Kies of je direct verf op het papier gaat mengen, of gebruik een stukje karton om te mengen.
  4. Maak de verf met een grote kwast helemaal glad.
  5. Maak je kwast schoon en droog en maak het daarna nog gladder.
  6. Kwast schoonmaken, papier in droogrek
  7. Volgende week een van je prints hierop plakken

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plaatje voor de volgende opdracht zoeken, bijvoorbeeld...

  • Je favoriete dier
  • Een logo of personage van je favoriete game
  • Een stripfiguur
  • Een filmster / een personage uit een serie
  • Het logo van je lievelingsmerk
  • Het logo van je favoriete sportclub
  • Een bepaald soort eten of drinken dat je lekker vindt
  • Een band of DJ
  • Een muziekinstrument of ander voorwerp
  • …je kunt misschien zelf nog wel iets anders bedenken

Slide 10 - Diapositive

Voor de volgende opdracht heb je een plaatje nodig; dit plaatje ga je vergroot natekenen / schilderen. Het wordt een groot schilderij (leuk voor op je kamer), dus zorg dat je iets gaat tekenen waar jij blij van wordt.
Verzin alvast waar jij een plaatje van wil zoeken:
Evaluatie
Hoe heb je deze les gewerkt?
Wat ging goed, wat was moeilijk?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions