Cette leçon contient 43 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Vandaag
Huishoudelijke mededeling
Terugblik vorige week
1.7 Roken en blowen (voornamelijk zelf lezen)
2.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.2 Het verteringsstelsel
SO 1.1 t/m 1.3 bespreken
Slide 1 - Diapositive
Huishoudelijke mededeling
- Vanavond cijfers SO op magister
- Maandag 9 oktober PW hoofdstuk 1
Slide 2 - Diapositive
B6 Ademhaling bij dieren
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij
eencelligen
insecten
vissen
vogels
Slide 4 - Diapositive
Amoebe
Eencellig organisme.
Ademhaling via de celmembraan.
Uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide door de celmembraan.
Slide 5 - Diapositive
Insecten
Geen longen
Maar hoe halen ze dan adem?
Slide 6 - Diapositive
Tracheeën
Vertakte buisjes
Overal in het lichaam
Slide 7 - Diapositive
Insecten
Stigma's: openingen in het lichaam
Door een pompende beweging te maken met het achterlijf
Lucht komt terecht in het tracheeënstelsel
Slide 8 - Diapositive
Vissen
Slide 9 - Diapositive
Vissen
Ademhaling via de kieuwen.
Vele kieuwplaatjes voor de gaswisseling.
Tegenstroomprincipe.
Slide 10 - Diapositive
Bij vissen gaat het water langs de kieuwen . Deze nemen (net als onze longen) zuurstof op en geven koolstofdioxide af.
Slide 11 - Diapositive
Vogels
Slide 12 - Diapositive
Vogels
Longen zonder longblaasjes
- de longen bewegen niet
En luchtzakken
- luchtzakken bewegen wel
Slide 13 - Diapositive
Longen en luchtzakken
Slide 14 - Diapositive
1.7 Roken en blowen
- Je kunt de mogelijke gevolgen van verslaving aan roken en blowen opnoemen
Slide 15 - Diapositive
Door voorlichting over roken weet iedereen dat roken slecht voor je is, MAAR toch rookt nog zo'n 20% van de mensen
Slide 16 - Diapositive
Rokers leven korter dan niet-rokers
Door roken kun je hart- en vaatziekten en longziekten krijgen
2 longziekten: longkanker en COPD (= een ongeneeslijke ontsteking van de luchtwegen)
Roken verhoogt ook de kans op andere ziekten, zoals oogziekten, darmontstekingen, dementie en reuma
Slide 17 - Diapositive
- Nicotine is de verslavende stof in sigaretten. Heeft een opwekkend effect en zorgt voor een verhoging van de hartslag en bloeddruk --> hogere kans op hart- en vaatziekten
- Teer beschadigt de binnenkant van de luchtwegen --> trilhaarcellen raken beschadigd waardoor het slijm minder goed kan worden afgevoerd --> "rokershoest" en grotere kans op infectie van de luchtwegen
- Koolstofmonoxide is een reukloos gas. Als het wordt opgenomen in je bloed is er minder "plaats" voor zuurstof --> je cellen kunnen dan te weinig zuurstof krijgen
Slide 18 - Diapositive
Passief roken/meeroken
Als iemand in jouw buurt rookt, krijg jij ook de schadelijke stoffen binnen!
Daarom is het verboden in openbare ruimtes te roken
Slide 19 - Diapositive
E-sigaret en shishapen
- E-sigaretten (vapes) verdampen een vloeistof die nicotine en een smaakje bevat
- Shishapennen zijn e-sigaretten maar dan meestal zonder nicotine
- Oplaadbare sigaret verhit een tabaksstick
Alle drie bevatten schadelijke stoffen zoals nicotine, metalen en nog veel meer!! Gevolg: schade aan de luchtwegen, hartkloppingen en grotere kans op kanker
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Waterpijp/shisha
Mensen denken dat dit niet schadelijk is, omdat de schadelijke stoffen in het water zouden oplossen, maar dit is NIET waar... Het water werkt niet als filter en de schadelijke stoffen komen alsnog in je longen
Bij het roken van een waterpijp komt er 30 leer meer koolstofmonoxide vrij dan bij sigaretten... Mogelijk koolstofmonoxidevergiftiging: hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, vermoeidheid Bij langere blootstelling kan je bewusteloos raken of zelfs doodgaan...
Slide 22 - Diapositive
Roken is dus superslecht voor je!! Maar waarom roken mensen dan eigenlijk?
Roken is verslavend; als je er eenmaal aan begint, is het heel lastig stoppen
Slide 23 - Diapositive
- Geestelijk afhankelijk
- Gewenning
- Lichamelijk afhankelijk (= verslaafd)
Vroeger was roken cool, nu verandert dat imago
Slide 24 - Diapositive
Cannabis
- Hasj en wiet afkomstig van de hennepplant
- THC (tetrahydrocannabinol) = de werkzame stof
- CBD (cannabidiol)
- Cannabis wordt meestal gerookt, gegeten of ingeademd na verdampen
- Bij het roken van een joint komt er 5 keer meer teer in je longen dan bij een sigaret... Blowen is dus erg slecht voor je!!
Slide 25 - Diapositive
Effecten van cannabis
- Afhankelijk van de soort wiet/hasj
- Indica --> stoned (lui, ontspannen)
- Sativa --> high (energiek, vrolijk)
- Lichamelijke effecten: versnelde hartslag, lage bloeddruk, hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid, angst, verminderde concentratie en geheugenproblemen
- Op lange termijn: kans op slapeloosheid, somberheid, concentratieproblemen en psychische stoornissen zoals depressie, angstklachten en schizofrenie
Slide 26 - Diapositive
2.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Leerdoelen:
- Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen
- Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken
- Je kunt essentiële en niet essentiële voedingsstoffen onderscheiden
Slide 27 - Diapositive
Voedingsmiddelen
Alle producten die je eet of drinkt, noem je voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen worden onderverdeeld in plantaardige voedingsmiddelen en dierlijke voedingsmiddelen
Slide 28 - Diapositive
Functies van voedingsstoffen
Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen
Voedingsstoffen zijn stoffen die je lichaam nodig heeft voor energie, groei en herstel
Voedingsstoffen kunnen 4 functies vervullen:
1. Brandstof
2. Bouwstof
3. Reservestof
4. Beschermende stof (mineralen en vitaminen)
Slide 29 - Diapositive
6 groepen voedingsstoffen
Eiwitten
Koolhydraten
Vetten
Water
Mineralen
Vitaminen
Slide 30 - Diapositive
In welk voedsel zitten deze voedingsstoffen? Waarvoor gebruikt je lichaam ze?
Slide 31 - Diapositive
Koolhydraten
Insuline, glucagon
Glycogeen
Voedingsvezels: plantaardige stoffen die je lichaam niet kan verteren; afkomstig uit de celwand van planten
Zorgt voor het "ik zit vol"-gevoel
Goed voor de darmwerking
Slide 32 - Diapositive
Zelf lezen blz. 90-91
Maken: opgaven 1 t/m 3 (blz. 92)
(5-10 min de tijd)
Klaar? --> Maken opgave 5, 9 (blz. 93-95)
Slide 33 - Diapositive
Het verteringsstelsel
Slide 34 - Diapositive
Vertering
Het verteringsstelsel bestaat voor het
grootste deel uit één lang kanaal van mond
tot de anus: het darmkanaal
Voedingsstoffen worden vanuit het voedsel
in het bloed opgenomen:
Sommigen kunnen door de darmwand heen,
anderen moeten eerst verteerd worden
Slide 35 - Diapositive
Vertering
Bij vertering worden grotere voedingsstoffen afgebroken tot kleinere verteringsproducten die wel door de darmwand heen in het bloed kunnen komen:
Voedsel in kleine stukken verdelen door kauwen
Voedingsstoffen omzetten door middel van verteringssappen
Slide 36 - Diapositive
Kauwen
Snij- en hoektanden om een hap af te bijten
Kiezen om het voedsel fijn te malen = in kleine stukjes verdelen
Voordeel van kauwen: door het voedsel in kleine stukjes te verdelen wordt het oppervlak van het voedsel vergroot = mechanische vertering
Slide 37 - Diapositive
Verteringssappen
Verteringssappen worden gemaakt door verteringsklieren:
speekselklieren
maagsapklieren
lever
alvleesklier
darmsapklieren
Slide 38 - Diapositive
Verteringssappen
Zorgen ervoor dat de stoffen in je voedsel worden afgebroken tot steeds kleinere stoffen (verteringsproducten)
Scheikunde reacties: stoffen worden omgezet in andere stoffen
Chemische vertering
Slide 39 - Diapositive
Enzymen
Verteringssappen bevatten enzymen
Enzymen laten reacties sneller verlopen
Slide 40 - Diapositive
Darmperistaltiek
In de wand van het darmkanaal zitten kringspieren en lengtespieren
Afwisselend samentrekken en ontspannen
Hierdoor wordt het voedsel verder geduwd, gekneed en vermengd met de verteringssappen
Voedingsvezels prikkelen de spieren en zorgen dus voor een goede darmwerking
Peristaltische bewegingen
Slide 41 - Diapositive
Maken opgave 3 (blz. 101)
Klaar? --> Maken opgave 6
Klaar? --> Maken opgave 1, 2, 7, 8 (blz 100-103)
Slide 42 - Diapositive
Huiswerk
1.7 Roken en blowen: lezen blz. 51-52 en maken opgave 1 t/m 4 (blz. 53-54)
2.1 Voedingsstoffen en voedingsmiddelen: Maken opgaven 1 t/m 3, 5, 9 (blz. 92-95)
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.