Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Opvoeding: herhaling
Slide 1 - Diapositive
Hoe heet de wetenschap van de opvoeding van kinderen?
A
Pedagogiek
B
Socialisatie
C
Orthopedagogiek
D
Orthopedagogie
Slide 2 - Quiz
Opvoeden is als tuinieren. Het kind is als een zaadje dat we de kans moeten bieden om zich te ontplooien. Welk mensbeeld herkennen we hier?
A
psychoanalyse
B
behaviorisme
C
humanisme
Slide 3 - Quiz
Vrije tijd van kinderen moet nuttig zijn. Het is daarom als ouder best om deze zelf in te vullen met leerrijke hobby's zoals tekenen en muziek. Welk mensbeeld herkennen we hier?
A
psychoanalyse
B
behaviorisme
C
humanisme
Slide 4 - Quiz
Een opvoeder is als een brandweerman. De brandweerman moet de driften en impulsen van het kind in goede banen leiden. Welk mensbeeld herkennen we hier?
A
psychoanalyse
B
behaviorisme
C
humanisme
Slide 5 - Quiz
Korte rokken en korte broeken zijn verboden op deze school. Het leidt de leerlingen te veel af. Ze hebben het al moeilijk genoeg in de puberteit! Welk mensbeeld herkennen we hier?
A
psychoanalyse
B
behaviorisme
C
humanisme
Slide 6 - Quiz
Robert is strenger voor zijn eigen zoon dan voor zijn plus-dochter. Van wat is dit een voorbeeld? Kies de beste term.
A
transactioneel opvoeden
B
transitief opvoeden
C
interactief opvoeden
D
differentieel opvoeden
Slide 7 - Quiz
Het kind, de opvoeder en de omgeving gaan met elkaar in interactie. Opvoeding bestaat uit actie en interactie. Wat is opvoeden? Kies de beste term.
A
een transactioneel proces
B
een transitief proces
C
een interactief proces
D
een differentieel proces
Slide 8 - Quiz
De overheid maakt minimumdoelen voor het onderwijs. Welk opvoedingsmilieu heeft invloed op welk opvoedingsmilieu?
A
tertiair op primair
B
quartair op primair
C
quartair op secundair
D
secundair op primair
Slide 9 - Quiz
Wat leren we van Michael Lamb?
A
De vaderrol nam toe sedert de jaren zeventig.
B
De vaderrol is preventief voor latere gedragsproblemen.
C
Vaders zijn uitdagender en fysieker in spel.
D
Vaderschapsverlof moet uitgebreid worden.
Slide 10 - Quiz
Senne maakt zich 's morgens alleen klaar. Zijn mama is al naar het werk. Er ligt geld op tafel zodat hij 's middags een broodje kan kopen. Welke soort gezinscohesie herken je hierin het meest?
A
loszandgezin
B
kluwengezin
C
halfopen/halfgesloten gezin
Slide 11 - Quiz
Lies speelt graag met haar broers en zussen, maar speelt even graag met haar vrienden in de jeugdbeweging. Welke soort gezinscohesie herken je hierin het meest?
A
loszandgezin
B
kluwengezin
C
halfopen/halfgesloten gezin
Slide 12 - Quiz
Lies gaat altijd samen met haar ouders op uitstap. Haar ouders zien haar zo graag, dus ze voelt zich wel verplicht om telkens mee te gaan. Welke soort gezinscohesie herken je hierin het meest?
A
loszandgezin
B
kluwengezin
C
halfopen/halfgesloten gezin
Slide 13 - Quiz
Wat is een gevolg van een loszandgezin?
A
Kinderen worden snel zelfstandig
B
Kinderen leren snel met grenzen omgaan
C
Kinderen voelen zich schuldig als ze iets zonder de ouders doen
D
Kinderen aanvaarden makkelijk hulp van buitenaf
Slide 14 - Quiz
De scoutsleider mag niet roken in de auto in het bijzijn van minderjarige scoutsleden. Welk opvoedingsmilieu heeft invloed op welk opvoedingsmilieu?
A
tertiair op primair
B
quartair op tertiair
C
primair op tertiair
D
secundair op primair
Slide 15 - Quiz
Welke uitspraak over het bio-ecologisch model van Bronfenbrenner is fout?
A
Het macrosysteem komt overeen met de tertiaire en quartaire opvoedingsmilieus
B
Het microsysteem komt overeen met de primaire en secundaire opvoedingsmilieus
C
Het exosysteem komt overeen met de tertiaire en quartaire opvoedingsmilieus
D
Het mesosysteem komt overeen met de primaire en secundaire opvoedingsmilieus