Aantal mensen met laag inkomen op laagste niveau sinds 1977

Aantal mensen met laag inkomen op laagste niveau sinds 1977

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat de impact is van overheidsmaatregelen op de armoedecijfers.
Aan het einde van de les kun je het belang van energietoeslagen en kortingen voor huishoudens met een laag inkomen beschrijven.
Aan het einde van de les kun je de risico's op armoede voor verschillende groepen binnen de Nederlandse samenleving benoemen.

Wat weet je al over het aantal mensen met een laag inkomen?

Daling van het aantal Nederlanders met een laag inkomen

Het aantal Nederlanders met een laag inkomen is gedaald naar 3,8 procent.
Zonder overheidssteun zou het percentage op 5,9 procent liggen.

Invloed van overheidsmaatregelen op de armoedecijfers

Overheidsmaatregelen zoals energietoeslagen en kortingen hebben bijgedragen aan de daling van het aantal mensen met een laag inkomen.

De rol van energietoeslagen en kortingen bij het voorkomen van armoede

Energietoeslagen en kortingen helpen huishoudens met een laag inkomen om hun energierekening te betalen.

Het verhoogde risico op armoede voor kinderen uit vluchtelingenlanden

Kinderen uit vluchtelingenlanden lopen een verhoogd risico op armoede.

Definitielijst

Laag inkomen: Een inkomen onder de armoedegrens die het CBS hanteert, welke voor 2022 op 1200 euro ligt.
Energietoeslag: Een financiële bijdrage van de overheid om huishoudens met een laag inkomen te helpen hun energierekening te betalen.
Armoedegrens: Een door het CBS vastgesteld minimuminkomen dat nodig is om in de basisbehoeften te kunnen voorzien.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.