Hoofdstuk 9.3 en 9.4 Negatieve getallen, blokjes eruit, aftellen

Negatieve getallen


1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Negatieve getallen


Slide 1 - Diapositive

Leg uit wat een negatief getal is

Slide 2 - Question ouverte

Zet de getallen van groot naar klein:
0, -3, 1, -6, 5, -10, 10, 3, 6, -5

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het kleinste getal?
A
-12
B
-6
C
1
D
-1

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Een heks die graag toverdrankjes maakte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive


Slide 10 - Question ouverte


Slide 11 - Question ouverte

Sleep de woorden warmer of kouder naar de juiste plek in de tabel
Warmer
Warmer
Kouder

Slide 12 - Question de remorquage


5 + 3 =

Slide 13 - Question ouverte


12 + - 5 =

Slide 14 - Question ouverte


-9 + 6 =

Slide 15 - Question ouverte


-18 + 25 =

Slide 16 - Question ouverte


Als de heks warme blokjes in de ketel gooit dan...
A
wordt het kouder in de ketel.
B
wordt het warmer in de ketel.

Slide 17 - Quiz

Als de heks koude blokjes UIT de ketel haalt dan...
A
wordt het kouder in de ketel.
B
wordt het warmer in de ketel.

Slide 18 - Quiz

Als de heks koude blokjes in de ketel gooit dan...
A
wordt het kouder in de ketel.
B
wordt het warmer in de ketel.

Slide 19 - Quiz


Als de heks warme blokjes UIT de ketel haalt dan...
A
wordt het kouder in de ketel.
B
wordt het warmer in de ketel.

Slide 20 - Quiz

-12+-5=

Slide 21 - Question ouverte

-8 - +10=

Slide 22 - Question ouverte

8+-9= ...

Slide 23 - Question ouverte

-3 - -6= ...

Slide 24 - Question ouverte

Dimitri staat op 3.
Hij gooit 6 terug.
Waar komt hij uit?

Slide 25 - Question ouverte

Loes staat op -6.
Zij gooit 3 vooruit.
Waar komt ze uit?

Slide 26 - Question ouverte

Roy staat op 2.
Hij gooit 6 terug.
Waar komt hij uit?

Slide 27 - Question ouverte

Eva staat op -6.
Zij gooit 4 terug.
Waar komt zij uit?

Slide 28 - Question ouverte

Reken uit:
5 - 2 =

Slide 29 - Question ouverte

Reken uit:
5 + - 7 =

Slide 30 - Question ouverte

Reken uit:
-2 + 1 =

Slide 31 - Question ouverte

Reken uit:
-2 - + 2 =

Slide 32 - Question ouverte

Reken uit:
-3 + 5 =

Slide 33 - Question ouverte

Op maandag is het -4 graden, op dinsdag is het 2 graden. Wat is het temperatuurverschil?

Slide 34 - Question ouverte

Wat is het kleinste getal?
A
0
B
-6
C
2
D
1,23

Slide 35 - Quiz

-1 - 5 = ?

Slide 36 - Question ouverte

Wat is het kleinste getal?
A
-3,2
B
-3,4

Slide 37 - Quiz

8 - 8 = ?

Slide 38 - Question ouverte

Op de 1e thermometer is het 15 graden op de 2e is het -5 graden. Wat is het temperatuurverschil?

Slide 39 - Question ouverte

Welke uitspraak kopt?
A
-5 > -6
B
-5 < -6
C
-5 = -6

Slide 40 - Quiz

-6 - - 2 = ?

Slide 41 - Question ouverte

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 42 - Carte mentale

Maak je huiswerk

H 9.3 en H 9.4

Opg. 28, 30, 31, 33

Opg. 36, 38, 39, 41, 42



Slide 43 - Diapositive

Bekijk de volgende filmpjes
Help, ik snap het niet

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Vidéo

Slide 46 - Vidéo

Slide 47 - Vidéo

Slide 48 - Vidéo

Slide 49 - Vidéo