Politiek
1 / 16
La durée de la leçon est: 40 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Bij het besturen van het land worden politici geholpen door ...........
Slide 2 - Question ouverte
Wat is de definitie van 'algemeen belang'?
A
Het belang van bedrijven
B
Het belang van individuele personen
C
Het belang van de samenleving als geheel
D
Het belang van politieke partijen
Slide 3 - Quiz
Welke drie dingen kan de overheid doen als de uitgaven groter zijn dan de inkomsten?
Slide 4 - Question ouverte
Wat is een referendum?
A
Een politieke partij, een documentaire, een muziekgenre.
B
Een stemming waarbij burgers over een bepaalde kwestie beslissen.
Slide 5 - Quiz
Noem een nadeel van het referendum.
Slide 6 - Question ouverte
Wat is een kenmerk van een indirecte democratie?
A
Elke burger stemt rechtstreeks over alle beslissingen.
B
Vertegenwoordigers nemen beslissingen namens het volk.
Slide 7 - Quiz
Wat is een nadeel van een indirecte democratie?
A
Elke burger heeft te veel macht in de besluitvorming.
B
Mogelijkheid dat vertegenwoordigers niet de wensen van het volk weerspiegelen.
Slide 8 - Quiz
Wat is het verschil tussen actief- en passief kiesrecht?
Slide 9 - Question ouverte
Welke partij staat bekend als 'links' in Nederland?
A
VVD
B
PVV
C
CDA
D
SP
Slide 10 - Quiz
Waarom moeten regeringspartijen altijd compromissen sluiten?
Slide 11 - Question ouverte
Wat is de rol van het Kabinet in de politiek?
A
Het Kabinet vertegenwoordigt de rechterlijke macht.
B
Het Kabinet voert het regeringsbeleid uit.
C
Het Kabinet maakt alleen wetten.
Slide 12 - Quiz
Wat is een regeerakkoord?
A
Een akkoord tussen regeringspartijen over de oppositie.
B
Een akkoord tussen regeringspartijen over het regeringsbeleid.
Slide 13 - Quiz
Noem twee taken van de Koning.
Slide 14 - Question ouverte
Wat wordt er op Prinsjesdag voorgelezen?
A
Het kookboek
B
De troonrede
C
De kerstspeech
D
De liefdesbrief
Slide 15 - Quiz
Wie biedt de Miljoenennota aan aan de Tweede Kamer?
A
De premier
B
De minister van Financiën
C
De koning
D
De burgemeester
