Klas 4 toetsvoorbereiding klimaat

Factoren die het klimaat bepalen:

De factoren die tezamen een klimaat bepalen zijn onder te verdelen in drie groepen
De eerste "groep" bestaat uit maar één factor 
De tweede groep zijn de factoren die regionale invloed hebben
de derde groep zijn de factoren die lokaal invloed hebben
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Factoren die het klimaat bepalen:

De factoren die tezamen een klimaat bepalen zijn onder te verdelen in drie groepen
De eerste "groep" bestaat uit maar één factor 
De tweede groep zijn de factoren die regionale invloed hebben
de derde groep zijn de factoren die lokaal invloed hebben

Slide 1 - Diapositive

Welke van de onderstaande klimaatfactoren hoort niet bij de regionale factoren?
A
luchtdruk
B
hoogteligging
C
continentaliteit
D
zeestromen

Slide 2 - Quiz

Welke van de onderstaande factoren hoort niet bij de lokale factoren?
A
Urbanisatie
B
Gesteldheid van het oppervlak
C
Breedte ligging
D
Zon/schaduwzijde van landschap

Slide 3 - Quiz

In een hogedrukgebied is GEEN sprake van
A
dalende lucht
B
hoge directe instraling van de zon
C
grote verschillen tussen dag en nacht temperatuur
D
neerslag

Slide 4 - Quiz

Luchtdruk verschillen leiden NIET tot
A
wisseling van de seizoenen
B
variatie in neerslag
C
verschillen in windsterkte
D
wisselingen in windrichting

Slide 5 - Quiz

stelling:
Hoe hoger de mate van reflectie (albedo) hoe meer het oppervlak wordt opgewarmd
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quiz

Stelling:
een watermassa warmt langzamer op dan landmassa, en koelt ook sneller af dan landmassa
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

Stelling:
Bij kusten met een overheersende aflandige wind vind je vaak een koude zeestroom
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quiz

Stelling 1:
De ITCZ is een hogedrukgebied
Stellig 2:
Verschuiving van de ITCZ zorgt voor het ontstaan van de moesson
A
beide stellingen zijn waar
B
beide stellingen zijn onwaar
C
stelling 1 is waar, stelling 2 in onwaar
D
stelling 1 is onwaar, stelling 2 is waar

Slide 9 - Quiz

Zuid Amerika is pas het volgende hoofdstuk...

Toch denk ik dat jullie het volgende best kunnen toepassen als oefening... over loef- en lijzijde (veel en weinig regen)

Slide 10 - Diapositive

Windsysteem
Reliëfkaart Zuid Amerika

Slide 11 - Diapositive

Waar is de loefzijde van de Andes op de hoogte van Brazilië
A
Noord
B
Oost
C
Zuid
D
West

Slide 12 - Quiz

Waar is de lijzijde van de Andes op de hoogte van Argentinië
A
Noord
B
Oost
C
Zuid
D
West

Slide 13 - Quiz

''Specifiek'' landschap Argentinië
Pampa's
Benaming voor uitgestrekte boomloze vlakten in Zuid-Amerika, vooral de steppegebieden in Argentinië.


uitgestrekte boomloze vlakte. Vooral de steppegebieden in Argentinië en aangrenzende landen.

Slide 14 - Diapositive