4.1 en 4.2 Hoe wil je werken ?

4.1 en 4.2 Hoe wil je werken ?
Bekijk het onderstaande filmpje;

https://www.youtube.com/watch?v=QzqOXVt09JQ
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

4.1 en 4.2 Hoe wil je werken ?
Bekijk het onderstaande filmpje;

https://www.youtube.com/watch?v=QzqOXVt09JQ

Slide 1 - Diapositive

Maria werkt in de zorg en Piet werkt als timmerman in de bouw. In welke sectoren werken zij?

Slide 2 - Question ouverte

Het verschil tussen een CAO en een arbeidsovereenkomst is dat de CAO geldt voor de hele bedrijfstak en de arbeidsovereenkomst voor een werknemer in loondienst.
Dit is Bijvoorbeeld een loontabel 

Slide 3 - Diapositive

a. Voor wie is de loontabel bedoeld?
b. Waarom verdiend niet iedereen evenveel?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is geen arbeidsmotief?
A
geld/loon
B
het communiceren met collega's
C
ontwikkeling
D
het zijn allemaal arbeidsmotieven

Slide 5 - Quiz

Iedereen heeft recht op het minimum jeugdloon
A
Ja, iedereen
B
Nee, alleen als je jonger bent dan 20.
C
Nee, alleen tussen de 15 en 22 jaar.
D
Nee, alleen als je ouder bent dan 15,

Slide 6 - Quiz

De arbeidsmarkt. 
De arbeidsmarkt bestaat uit het aanbod van arbeid en de vraag naar arbeid. Het aanbod zijn alle mensen die werken of werk zoeken. De vraag naar arbeid heeft de werkgever. 

Slide 7 - Diapositive

Wie behoort tot de beroepsbevolking ?
https://www.youtube.com/watch?v=xRYFBP3RIAU 


Slide 8 - Diapositive

Wie heeft de vraag naar arbeid?

Slide 9 - Question ouverte

wat heeft een werkgever
A
de vraag naar arbeid
B
Het aanbod van arbeid

Slide 10 - Quiz

Hoort degene die hieronder staat bij de vraag van arbeid of het aanbod van arbeid? 

Slide 11 - Diapositive

werkeloosheid

Slide 12 - Carte mentale

Er zijn nu evenveel werkelozen als vorig jaar.
A
Nee er zijn er elk jaar minder
B
Dat weet je niet want dat wordt nooit geteld
C
Nee er zijn er elk jaar meer omdat we met meer mensen zijn
D
Dat weet je precies, dat tellen ze elke maand.

Slide 13 - Quiz

2 soorten werklozen:
1. Geregistreerde werklozen: Deze mensen schrijven zich in bij het UWV , het UWV begeleidt jou in het zoeken van een nieuwe baan en zorgt ervoor dat je een WW uitkering krijgt als je gewerkt hebt 
2. Verborgen werklozen : Deze mensen hebben geen recht op een WW-uitkering of schrijven zich niet in. 


Slide 14 - Diapositive

Moet je je altijd inschrijven bij het UWV als je werkloos bent?

Slide 15 - Question ouverte

Hoe kan ik aan een nieuwe baan Komen als ik werkloos ben? Schrijf minimaal 2 manieren op.

Slide 16 - Diapositive

Soorten werkloosheid die je moet kennen. Deze worden ook allemaal uitgelegd. 
Conjuncturele werkloosheid
Structurele werkloosheid
Frictiewerkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Regionale werkloosheid

Slide 17 - Diapositive

Conjuncturele werkloosheid 
Conjunctuur : Als het goed gaat met het land zijn er weinig conjuncturele werklozen.  Dat kun je goed op de afbeelding zien.

Slide 18 - Diapositive

Zijn er veel mensen aan het werk volgens de afbeelding op slide 18 ?
A
Nee, er zijn weinig mensen aan het werk
B
Nee, dat kun je niet zien
C
Ja, de lijn daalt dus er zijn minder werklozen.
D
Ja, maar ik weet niet precies hoeveel

Slide 19 - Quiz

Als de mensen veel producten kopen

Slide 20 - Question ouverte