Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
oefentoets
stevigheid en beweging
Slide 1 - Diapositive
Hoeveel botdelen heeft een volwassen skelet?
Slide 2 - Question ouverte
Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 18.
A
opperarmbeen
B
scheenbeen
C
sleutelbeen
D
dijbeen
Slide 3 - Quiz
Benoem de onderdelen 1 tot en met 5 van de wervelkolom.
Slide 4 - Question ouverte
Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 25.
A
opperarmbeen
B
scheenbeen
C
sleutelbeen
D
dijbeen
Slide 5 - Quiz
Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 12.
A
opperarmbeen
B
spaakbeen
C
sleutelbeen
D
ellepijp
Slide 6 - Quiz
Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 13.
A
opperarmbeen
B
spaakbeen
C
sleutelbeen
D
ellepijp
Slide 7 - Quiz
De botten van baby's bestaan hoofdzakelijk uit ..
A
kalk
B
lijmstof
Slide 8 - Quiz
De botten van baby's zijn ..
A
bijna niet breekbaar
B
heel makkelijk breekbaar
Slide 9 - Quiz
Met welk nummer is een tussenwervelschijf aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
geen nummer
Slide 10 - Quiz
Wat is een functie van een tussenwervelschijf?
A
Stevigheid
B
Beweging
C
Vorm
D
Bescherming
Slide 11 - Quiz
Waar of niet waar? Aan het skelet zijn spieren aangehecht
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Welke beenderen zijn onderdeel van de bekkengordel?
A
Dijbeenderen
B
Halswervels
C
Heupbeenderen
D
Sleutelbeenderen
Slide 13 - Quiz
Wat is de functie van luchtholten in het bot van een vogel?
A
Maakt het bot steviger
B
Maakt het bot lichter
C
Maakt het bot breekbaarder
D
Maakt het bot groter
Slide 14 - Quiz
De botten van bejaarden bestaan hoofdzakelijk uit ..
A
kalk
B
lijmstof
Slide 15 - Quiz
De botten van bejaarden zijn ..
A
bijna niet breekbaar
B
heel makkelijk breekbaar
Slide 16 - Quiz
Je ziet hier een afbeelding van een schedel van een mens. Nummer 6 is..
A
voorhoofdsbeen
B
bovenkaak
C
onderkaak
D
neusbot
Slide 17 - Quiz
In dit skelet van een babyhoofd zie je 3 delen in de schedel, omlijnd door "witte lijnen" . In een volwassen schedel is dit weg en een complete schedel geworden. Hoe heet de verbinding waardoor de schedeldelen aan elkaar zitten?
A
naadverbinding
B
vergroeiing
C
gewricht
D
kraakbeen
Slide 18 - Quiz
Je ziet hier een gewricht. Nummer 3 is..
A
bot
B
beenweefsel
C
kraakbeen
D
gewrichtssmeer
Slide 19 - Quiz
Als je een beweging maakt, heb je altijd ten minste 2 spieren nodig. Hoe heet de tegengestelde beweging van 2 spieren om een beweging te kunnen maken?
A
anti beweging
B
antagonisme
C
gonistische beweging
D
samenwerking
Slide 20 - Quiz
Een spier zit aan het bot vast met..
A
de spierbuik
B
de pezen
C
de spiervezels
D
het spiervlies
Slide 21 - Quiz
Je ziet hier een beetje een ongelukkig persoon, zijn schouder is erg pijnlijk. Er is sprake van een
A
gebroken schouder
B
een ontwrichtte schouder
Slide 22 - Quiz
Kijk goed naar de röntgenfoto. Deze enkel ziet er niet goed uit. Wat is er aan de hand?