mentorles na de meivakantie

Mentorles na de meivakantie
  • Check in
  • Mindset
  • Doelen stellen
  • Check out


1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Mentorles na de meivakantie
  • Check in
  • Mindset
  • Doelen stellen
  • Check out


Slide 1 - Diapositive

Check in
  • Hoe was de vakantie?
  • Ga staan als...

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Lesprogramma
  • zelfstandig starten
  • class dojo: mindset
  • evaluatie. H. 6 (toets)
  • start H. 7 
  • lesdoel
  • instructie par. 7.1
  • aan de slag
  • evaluatie

Slide 4 - Diapositive

Fixed of growth mindset
Ben je het zeer oneens, oneens, eens of zeer eens met de volgende stellingen?

Er is geen goed of fout.

Slide 5 - Diapositive

Aan je intelligentie kan je weinig veranderen
A
zeer mee oneens
B
oneens
C
eens
D
Zeer eens

Slide 6 - Quiz

Je kunt altijd veranderen hoe intelligent je bent
A
zeer mee oneens
B
oneens
C
eens
D
Zeer eens

Slide 7 - Quiz

je bent een bepaald type persoon waar je weinig aan kunt veranderen
A
zeer mee oneens
B
oneens
C
eens
D
Zeer eens

Slide 8 - Quiz

Sleepvraag
Sleep de juiste woorden op de juiste plek.

Slide 9 - Diapositive

Er zijn leerlingen met een vaste ofwel .......................... mindset en leerlingen met een groei ofwel ........................... mindset. 

Leerlingen met een fixed mindset zien .................................... als .................................. dat ze dom zijn.  

Leerlingen met een growth mindset zien ................................... als een ................................. van leren.

Leerlingen met een fixed mindset geloven dat hun ..................................... onveranderbaar is.  

Leerlingen met een growth mindset geloven dat ze............................................ slimmer kunnen worden.

Wanneer leerlingen een fixed mindset .................................., dan hebben zij de neiging om ................................... of........................... de schuld hiervan te geven.

Leerlingen met een ............................. mindset geloven dat ...................................... helpt om ergens beter in te worden.


fixed
fouten maken
bewijs
intelligentie
door hard te werken
iemand
fouten
fouten
iets
growth
onderdeel
growth
hard werken

Slide 10 - Question de remorquage

Growth of fixed mindset?
Lees de stellingen en bepaal of deze om een growth of een fixed mindset gaat. 

Slide 11 - Diapositive

"Ik ben niet slim genoeg om die vraag te beantwoorden."
A
fixed mindset
B
growth mindset

Slide 12 - Quiz

"Deze stof is pittig; ik zal hard moeten werken om bij te blijven."
A
fixed mindset
B
growth mindset

Slide 13 - Quiz

"Ik had die vraag fout; wat ben ik dom."
A
fixed mindset
B
growth mindset

Slide 14 - Quiz

"Ik heb de toets niet gehaald; ik ga om hulp vragen en hard mijn best doen."
A
fixed mindset
B
growth mindset

Slide 15 - Quiz

"Wat is dit lastig; ik ga mijn klasgenoten afleiden omdat ik dit niet snap."
A
fixed mindset
B
growth mindset

Slide 16 - Quiz

"Deze stof is pittig; ik ga hard werken om het te snappen."
A
fixed mindset
B
growth mindset

Slide 17 - Quiz


Wat voor mindset heb jij op school?

Slide 18 - Question ouverte


Wat voor mindset heb jij op je sport/bijbaan/hobby?

Slide 19 - Question ouverte

Welke tip geef jij jezelf?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

SMART staat voor:
Specifiek: het is voor iedereen duidelijk waar het om gaat en welk resultaat jij wilt bereiken.
Meetbaar: je kunt controleren of je het hebt
Acceptabel: een logische stap voor 
Realistisch: je moet niet de hele wereld in één keer willen veranderen. Zorg ervoor dat je voor jezelf  haalbare stapjes bedenkt.
Tijdgebonden: het leerresultaat moet haalbaar zijn binnen een bepaalde tijd, bijvoorbeeld voor de zomervakantie. 

Slide 23 - Diapositive

stap 1 Leerdoel en leerresultaat
a. Wat is je leerdoel?
b. Wat zou het bereiken van dit leerdoel je opleveren?

Noteer de stappen op een blad, dit krijg je van je mentor

Slide 24 - Diapositive

Stap 2
Leg uit waarom je voor een leerdoel kiest (ervaring, feedback,..). Stel jezelf verduidelijkende vragen als:
Wanneer? In welke situatie? Met wie?

Slide 25 - Diapositive

Stap 3
Formuleer jouw leerdoel: een leerdoel is altijd zo geformuleerd alsof je het al bereikt hebt.
a. Een leerdoel begint altijd met: Ik
b. Daarna komt er een 'doe' of 'meet' woord achter: weet, maak, kan, ken, durf, pas toe, heb inzicht in, etc.
c. Vervolgens het gedeelte benoemen wat je wilt leren: het eigenlijke doel (de vaardigheid in meetbare  termen). 
Gebruik alleen concrete woorden (hoe ga je dat doen?)
Niet: Ik ga beter leren voor biologie.
Wel: Ik ga op (datum en eventueel tijdstip) drie keer hoofdstuk 3 bestuderen.
Wel: Ik maak elke week mijn huiswerk voor wiskunde.

Slide 26 - Diapositive

stap 4
Stel jezelf daarna de volgende vraag: als ik dit doel wil bereiken wat moet ik dan allemaal ondernemen?

Slide 27 - Diapositive

stap 5
Indien je meerdere stappen nodig hebt om je leerdoel te bereiken dan:
a. Nummer je stappen
b. Maak een tijdspad: een realistisch plan, per stap naar het einddoel.
c. Bepaal evaluatiemomenten en stel zo nodig het tijdpad of het leerdoel bij.

Slide 28 - Diapositive

Formuleer nu aan de hand van het stappenplan je leerdoel voor de komende periode.

Slide 29 - Question ouverte

Wat ga je vanaf nu doen om je doel te bereiken? Wees concreet!

Slide 30 - Question ouverte

Doelenbord
We hebben nu de doelen en de acties op het bord gezet. Als klas kunnen we regelmatig terug kijken de volgende weken welke acties goed gaan en welke doelen al wel of NOG niet behaald zijn...

Slide 31 - Diapositive

doel voor de klas tot aan de zomervakantie

Slide 32 - Question ouverte

check out
terugblik

Slide 33 - Diapositive