Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H4.4 Hoe maak je winst?
Economie
Ga rustig & stil klaar zitten.
Pak je boek, schrift, rekenmachine en pen/potlood.
Geen jassen en tassen op tafel!
timer
2:00
1 / 25
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Cette leçon contient
25 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Economie
Ga rustig & stil klaar zitten.
Pak je boek, schrift, rekenmachine en pen/potlood.
Geen jassen en tassen op tafel!
timer
2:00
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
Mededeling
H4.4 Hoe maak je winst?
Zelfstandig aan het werk
Slide 2 - Diapositive
Mededeling
SO DRAAAAAMA
Toets!
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat een ondernemer is.
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren.
Ik kan uitleggen wat omzet en afzet is en de omzet berekenen.
Ik kan de winst berekenen.
Slide 4 - Diapositive
H4 Goed gemaakt?
Slide 5 - Diapositive
Stel je voor....
Slide 6 - Diapositive
Je eigen inkomen verdienen
Als je met een eigen bedrijf je inkomen verdient, ben je een ondernemer.
Een ondernemer verkoopt goederen of diensten.
Hoeveel dat oplevert, ligt aan
hoeveel je verkoopt
voor welke prijs je het verkoopt.
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat een ondernemer is.
Slide 7 - Diapositive
Je kan je behoeftes vervullen met?
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren.
Slide 8 - Diapositive
Je kan je behoeftes vervullen met?
Goederen en diensten!
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren.
Slide 9 - Diapositive
Produceren met mensen en machines
Wat of wie produceert goederen en diensten?
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren.
Slide 10 - Diapositive
Produceren met mensen en machines
Arbeidsintensief produceren
=
naar verhouding produceer je meer met mensen dan met machines.
Vooral in dienstverlening:
onderwijs
de zorg
winkels
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren.
Slide 11 - Diapositive
Produceren met mensen en machines
Kapitaalintensief produceren
=
naar verhouding produceer je meer met kapitaalgoederen (bijv. machines) dan met mensen.
Vooral in industriële bedrijven:
fabrieken
werkplaatsen
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren.
Slide 12 - Diapositive
Hoeveel verkoop je?
Voor hoeveel?
Hoeveel = afzet
Voor hoeveel = omzet
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat omzet en afzet is en de omzet berekenen.
Slide 13 - Diapositive
Hoeveel verkoop je?
Voor hoeveel?
Hoeveel = afzet
Voor hoeveel = omzet
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat omzet en afzet is en de omzet berekenen.
Slide 14 - Diapositive
Hoeveel verkoop je?
Voor hoeveel?
Quenron verkoopt voetballen! Zijn afzet is 1000 stuks.
Hij verkoopt ze voor €6,00 per stuk.
Wat is zijn omzet?
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat omzet en afzet is en de omzet berekenen.
Slide 15 - Diapositive
Hoeveel verkoop je?
Voor hoeveel?
Liam verkoopt een cursus! Zijn afzet is 500 stuks.
Hij verkoopt de cursus voor €13,00 per stuk.
Wat is zijn omzet?
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat omzet en afzet is en de omzet berekenen.
Slide 16 - Diapositive
Hoeveel verkoop je?
Voor hoeveel?
Isarah verkoopt lippenstift! Haar afzet is 100.000 stuks.
Ze verkoopt de lippenstift voor €9,99 per stuk.
Wat is haar omzet?
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat omzet en afzet is en de omzet berekenen.
Slide 17 - Diapositive
Mag je alle omzet houden?
Leerdoel: Ik kan de winst berekenen.
Slide 18 - Diapositive
Nee!
Leerdoel: Ik kan de winst berekenen.
Slide 19 - Diapositive
winst VS omzet
Door het verkopen van producten ontvang je omzet.
Daarvan betaal je nog allerlei kosten:
de inkoop van grondstoffen of goederen,
bedrijfskosten zoals lonen, energie, reclame, enz.
Wat daarna overblijft is winst.
Als de kosten hoger zijn dan de omzet, dan heb je verlies.
Leerdoel: Ik kan de winst berekenen.
Slide 20 - Diapositive
winst VS omzet
Leerdoel: Ik kan de winst berekenen.
Slide 21 - Diapositive
winst VS omzet
Dean heeft €200.000,00 omzet behaald. Zijn kosten waren €160.000,00.
Hoeveel was de winst?
Leerdoel: Ik kan de winst berekenen.
Slide 22 - Diapositive
winst VS omzet
Aiyana heeft €9.000.000,00 omzet behaald. Haar kosten waren €5.000.000,00.
Hoeveel was de winst?
Leerdoel: Ik kan de winst berekenen.
Slide 23 - Diapositive
winst VS omzet
Emre heeft €6.000,00 omzet behaald. Zijn kosten waren €5.900,00.
Hoeveel was de winst?
Leerdoel: Ik kan de winst berekenen.
Slide 24 - Diapositive
Nu zelf maken!
H4.4
blz 128 t/m 132
opdr 1 t/m 16
Zelfstandig aan de slag.
Heb je een vraag? Steek je hand op!
timer
20:00
Slide 25 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
4.4
January 2025
- Leçon avec
14 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
4.4
January 2025
- Leçon avec
14 diapositives
H4.4 Hoe maak je winst?
January 2025
- Leçon avec
15 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
H4.4 Hoe maak je winst?
February 2025
- Leçon avec
15 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
VMBO 2 par 4.4 Hoe maak je winst?
February 2025
- Leçon avec
19 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
H2.4 Hoe maak je winst?
January 2025
- Leçon avec
10 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
H4.4 Hoe maak je winst?
January 2025
- Leçon avec
19 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
4.4
March 2025
- Leçon avec
14 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2