Gereedschappen deel 1

Gereedschappen 
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
TechniekVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerroute HLeerroute VLLeerroute 4Leerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Gereedschappen 

Slide 1 - Diapositive

Steeksleutel
Ringsleutel
Steek-ringsleutel
Dit zijn gereedschappen die gebruikt worden voor het los- en vastdraaien van moeren en bouten
Bahco
moer
bout

Slide 2 - Diapositive


Welke sleutel zie hierboven?
A
Bahco
B
Ring-ringsleutel
C
Steek-ringsleutel
D
Ringsleutel

Slide 3 - Quiz

Hoe heet dit gereedschap?
A
steeksleutel
B
figuurzaagsleutel
C
ringsleutel
D
inbussleutel

Slide 4 - Quiz

Wat is de naam van het gereedschap op de afbeelding?
A
Schroevendraaier kruiskop
B
Schroevendraaier plat
C
Priem
D
Handontbramer

Slide 5 - Quiz

Torx
Phillips
Kruiskop
Plat
Imbus

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is de naam van het gereedschap op de afbeelding?
A
Platbektang
B
Rondbektang
C
Combinatietang
D
Zijkniptang

Slide 7 - Quiz

Waarvoor gebruik je deze moersleutel, ook wel Bacho genoemd?
A
bouten los draaien
B
bouten vast draaien
C
bouten en moeren los of vast draaien
D
moeren vast draaien

Slide 8 - Quiz

Hiernaast zie je een combinatietang. In deze tang zijn drie tangen gecombineerd. Welke hoort er niet bij?
A
Waterpomptang
B
Platbektang
C
Zijkniptang
D
Kopkniptang

Slide 9 - Quiz


Hoe heet deze tang?
A
Nijptang
B
Zijkniptang
C
Snijtang
D
Striptang

Slide 10 - Quiz

In welk beroep wordt
deze tang veel gebruikt?
A
Metaal bewerker
B
Timmerman/ vrouw
C
Elektricien
D
Lasser

Slide 11 - Quiz

Wat is de naam van het gereedschap op de afbeelding?
A
Waterpomptang
B
Nijptang
C
Combinatietang
D
Zijkniptang

Slide 12 - Quiz

Dit is de afbeelding van een?
A
Griptang
B
Nijptang
C
Waterpomptang
D
Rondbektang

Slide 13 - Quiz

Waarvoor gebruik je deze tang?
A
Draad doorknippen en spijkers uit hout trekken
B
Draad doorknippen en installatiedraad strippen
C
Draad doorknippen en draad buigen
D
Draad doorknippen en schroeven vastklemmen

Slide 14 - Quiz

Wat heeft een timmerman/vrouw allemaal nodig?
A
Hout, hamer, spijkers, schuurpapier.
B
Nijptang, waterpomptang
C
Bakstenen, cement, roffel en emmer
D
Schoffel, schep, gieter.

Slide 15 - Quiz

Wat is dit?
A
Blokhaak
B
Radio
C
Waterpas
D
Hoogte meter

Slide 16 - Quiz

Voor welk materiaal kun je deze vijlen gebruiken?
A
Metaal
B
Hout
C
Staal
D
Plexiglas

Slide 17 - Quiz

Hout kun je op verschillende manieren bewerken. Welke van de onderstaande manier is niet mogelijk?
A
Zagen
B
Vijlen
C
Boren
D
Lassen

Slide 18 - Quiz

Waarom schuur je eerst met korrel 80 en daarna pas met korrel 400?
A
Eerst schuren dan pas vijlen
B
Met de grovere korrel haal je al meer hout weg, met 400 krijg je nog gladder resultaat
C
Je begint eerst met korrel 400 dan pas korrel 80 voor een gladder resultaat
D
Hout mag je niet schuren

Slide 19 - Quiz

Welk gereedschap zie je hier?
A
Soldeerbrander
B
Soldeerbout
C
Brandblusser
D
Lijmpistool

Slide 20 - Quiz

Waarvoor gebruik je dit gereedschap?
A
Draden aan elkaar verbinden met tin
B
Metaalplaaten aan elkaar verbinden met tin
C
Metaal lassen
D
Elektronica componenten solderen

Slide 21 - Quiz

Wat is dit voor een apparaat?
A
Nietmachine
B
Soldeerapparaat
C
Lasapparaat
D
Meetgereedschap

Slide 22 - Quiz

Wat is dit ?
A
Platbektang
B
Rondbektang
C
Striptang
D
Punttang

Slide 23 - Quiz

Welke tang is dit?
A
Waterpomptang.
B
Combinatietang.
C
Zijkniptang.
D
Striptang.

Slide 24 - Quiz

Dit is een snelstriptang. Waarvoor gebruik je deze tang?
A
Snel draad strippen
B
Snel draad knippen
C
Snel draad buigen
D
Snel bouten knippen

Slide 25 - Quiz

Wat is dit?
A
Bout
B
Metaalschroef
C
houtschroef
D
Spijker

Slide 26 - Quiz

Wat is dit?
A
Bout
B
Moer
C
Schroef
D
Spijker

Slide 27 - Quiz

Wat is dit?
A
Bout
B
Moer
C
Schroef
D
Spijker

Slide 28 - Quiz