les 7, klas 1B 8-10-19

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Qu'est-ce qu'on va faire?

- absenten

- MO

- grammaire H

- faire: 27 t/m 36

_________5 min pauze_________

- Quiz (over het lidwoord)

- un jeu (voca A t/m F)

- les devoirs

Mo

fermez vos livres!

Grammaire H - à la page 18

l'article (het lidwoord)

Even in het Nederlands...

- Wat is een lidwoord?

- Op welke plek komt een lidwoord te staan?

Très bien!!!

- Het lidwoord is: de/het/een

- Het lidwoord komt voor het zelfstandig naamwoord te staan.

Nu in het Frans...

- In het Frans heb je mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden

- Deze woorden hebben verschillende lidwoorden...

De/Het

- Mannelijk, enkelvoud: le 

- Vrouwelijk, enkelvoud: la

- Mannelijk, meervoud: les

- Vrouwelijk, meervoud: les

- Voor een klinker (a,e,i,o,u,y) of een stomme h (die je niet hoort), veranderen le en la in  l'

Een

- Mannelijk, enkelvoud: un

- Vrouwelijk, enkelvoud: une

- Mannelijk, meervoud: des

- Vrouwelijk, meervoud: des

Let op!! Er is geen vertaling van het lidwoord des in het Nederlands.

- exemple: des amis = vrienden

Stappenplan meervoud

1. Zet het lidwoord in de meervoudsvorm (les of des)

2. Zet een -s achter het zelfstandig naamwoord. Deze spreek je meestal niet uit.

la fille (het meisje) --> les filles (de meisjes)

une fille (een meisje) --> des filles (meisjes)

Vertaal...

1. l'école = 

2. une glace = 

3. un garçon = 

4. les filles = 

5. le stylo =

6. des vêtements= 

Tijd: 5 min

Klaar? Wacht in stilte af... 

Vertaal...

1. de jongen = .... garçon

2. het meisje = ..... fille

3. een broer = ..... frère

4. een zus = .... soeur

5. broers = .... frères

6. het hotel = ... hôtel

7. een vriendin = ... amie

8. de boeken = .... livres

Tijd: 5 min

Klaar? maak: 31 t/m 36

Qu'est-ce qu'on va faire?

- absenten (5 min)

- herhaling l'article (grammaire H) ( 8 min)

- Quiz (15 min)

- un jeu (voca A t/m F) (10 min) 

- les devoirs (10 min)

Herhaling l'article

le/la/les/l'

un/une/des

l'article

Het lidwoord komt voor het zelfstandig naamwoord te staan

1. Waar
2. Niet waar

"le" vertaal je met ....

1. een
2. geen vertaling in het Nederlands
3. de/het

Voor een klinker of een H die je niet hoort, veranderen "le/la" in ....

1. des
2. l'
3. verandert niet

Vertaal...
les filles

1. het meisje
2. meisjes
3. de steden
4. de meisjes

Vertaal...

het strand

1. le plage
2. la plage
3. les plage
4. une plage

Vertaal...

Des amis

1. vrienden
2. de vrienden
3. een vriend
4. de vriend

Vertaal...

het adres

1. le adresse
2. la adresse
3. l'adresse
4. les adresses

Als het lidwoord in de meervoudsvorm staat, krijgt het zelfstandig naamwoord een -s

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de vertaling van "des".
Bijvoorbeeld: des frères

1. De
2. Het
3. Een
4. Er is geen vertaling in het Nederlands

Un jeu ( 10 min )

Wat: De docent kiest een leerling uit. Deze leerling staat voor de klas en kiest een woord uit de woordenlijsten (A t/m F).

Deze leerling gaat dit woord beschrijven door het uit te beelden of door het te tekenen. 

De rest van de klas moet het woord raden (met vingers!!!). Vervolgens geeft de leerling zelf de beurt aan iemand anders.

Door de klas roepen = 3x voca G

Tijd: 10 min

Les devoirs

- Faire: 31 t/m 36

- Apprendre: voca F

SO 15-10-19:

- Voca A+B (vergeet de zinnen in de woordenlijst niet)

- phrases-clés ( p. 13)

- Grammaire C ( p. 12)

- les nombres (p.15)