4.4 De opkomst van het christendom

4.4
De opkomst van het christendom
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.4
De opkomst van het christendom

Slide 1 - Diapositive

Joden in het Romeinse Rijk
  • De Romeinen hadden Judea (Israël/Palestina) onderworpen in 63 v.C.

  • Joodse bevolking moest hoge belastingen betalen en werd gedwongen romeinse goden te aanbidden --> weigerde dit

  • Veel Joden hoopten op de Messias. --> De Verlosser (bevrijder)

Slide 2 - Diapositive

Joodse opstanden
  • In 66 n.C. brak in Jeruzalem een grote Joodse opstand uit.
 
  • Na vier jaar sloegen de Romeinen de opstand neer.. --> De Romeinen verwoestten de Joodse tempel.


  • In 135 n.C. brak een tweede Joodse opstand uit. --> Jeruzalem werd een Romeinse stad waar joden niet meer mochten komen.

Slide 3 - Diapositive

Romeinen verjagen joden
  • Veel joden werden vermoord, weggejaagd of als slaaf afgevoerd.

  • Joden kwamen in het hele Romeinse rijk en daarbuiten terecht.


  • De joden bouwden overal synagogen.


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Maken deze les
4.4 Opkomst Christendom

opdracht 1 & 2

werkboek blz. 100-101
informatieboek blz. 78-79

Slide 7 - Diapositive

Het begin van het christendom
  • Volgens overleveringen trok Jezus van Nazareth rond 30 n.C. door Judea.

  • Verhalen over Jezus zijn na zijn dood door zijn aanhangers opgeschreven.


  • Volgens de verhalen was Jezus een joodse prediker.
Hij predikte over naastenliefde en zorgen voor zwakke medemensen.

  • Volgens de Romeinen was Jezus een opstandeling.
Jezus werd gearresteerd en gekruisigd.

Slide 8 - Diapositive

Het begin van het christendom
De volgelingen van Jezus geloofden dat hij was gestorven om de mensen te verlossen van hun zonden.
  • Na drie dagen uit de dood opgestaan (Pasen).



Het aantal aanhangers groeide en er kwamen ook niet-joden bij.
Christus (Griekse vertaling Messias) was de zoon van God.
  • Christus zou alle mensen verlossen.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Een verboden godsdienst
Christelijke predikers reisden door het Romeinse rijk om mensen tot het christendom te bekeren.
 
Het christendom werd een populaire godsdienst.
- Het beloofde een beter leven na de dood
- Voor God was iedereen gelijk

De eerste aanhangers waren dan ook vooral armen, slaven en vrouwen!



Slide 11 - Diapositive

Een verboden godsdienst
Joden en christenen weigerden de keizer en staatsgoden te vereren.
 
De joden vormen een kleine groep en werden daarom niet als bedreiging van de staat gezien.

De christenen wel! Die waren ook actief bezig met 'bekeren

Slide 12 - Diapositive

Een verboden godsdienst
In de 3e eeuw n.C. had het Romeinse rijk veel last van oorlogen, honger en ziektes.
 
Keizers geloofden dat de staatsgoden de staat niet meer beschermden:

De christenen kregen de schuld van alle problemen.

Het christendom werd verboden en duizenden christenen werden opgepakt, gemarteld en vermoord.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Van verboden godsdienst naar staatsgodsdienst
In 313 n.C. gaf keizer Constantijn de christenen godsdienstvrijheid: Christenen mochten vanaf nu openlijk met hun godsdienst bezig zijn.


In 380 n.C. benoemde keizer Theodosius het christendom tot staatsgodsdienst.

Twaalf jaar later werden alle andere godsdiensten verboden, behalve het jodendom: Einde van de godsdienstige verdraagzaamheid.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Een nieuwe staatsgodsdienst
Er kwam één christelijke organisatie die het rijk verdeelde in kerkprovincies, onder leiding van een bisschop.
 

De paus, de bisschop van Rome, werd de leider van de kerk.

De paus bepaald wie er als heilige mag worden vereerd.

Slide 17 - Diapositive

Maken deze les
4.4 Opkomst Christendom

opdracht 3 t/m 7

werkboek blz. 100-102
informatieboek blz. 78-80

Slide 18 - Diapositive