Pincode 2.3 en 2.4

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Wat gaan we doen vandaag?

• Leerdoelen van vandaag.
• Huiswerk voor vandaag nakijken.
• Uitleg tweede deel paragraaf 2.3.
• Maken van de opgaven van 2.3.
• Instructie paragraaf 2.4 eerste deel.
• Een begroting maken (samenwerken).
• Begroting bespreken.
• Zelfstandig werken

Leerdoelen van vandaag:

• Je weet waarom mensen geld lenen (de leenmotieven).
• Je kunt de kosten van een lening berekenen.
• Je weet welke leningen er zoal zijn.
• Je weet waarom het maken van een budget verstandig is.
• Je weet welke soorten uitgaven je kunt hebben.

Waarom lenen mensen geld?

De leenmotieven:

• Je hebt een tijdelijke geldtekort.
• Je wilt de aankoop van een duurzaam consumptiegoed niet uitstellen.
• Je wilt een woning kopen.
• Je leent geld om een onverwachte tegenvaller op te vangen.

Vormen van consumptief krediet:

• Persoonlijke lening
• Doorlopend krediet
• Salariskrediet

Andere manieren om een aankoop in termijnen te betalen zijn:

• Koop op afbetaling
• Huurkoop
• Lease

Wanneer sluit je een hypothecaire lening af?

Maken opgave 27-28-29

Samen 26

In viertallen

Jan modaal (uit het vorige hoofstuk, blz. 14) heeft een bruto jaarinkomen van € 35.000. Hij betaalt hierover ongeveer 33% belasting. Verder ontvangt hij in totaal € 350 kinderbijslag per kwartaal en hij ontvangt € 108 rente per jaar.

Stel een maandbegroting op. De uitgaven moet je zelf verzinnen. Hou rekening met het feit dat Jan twee kinderen heeft. Verdeel de uitgaven in huishoudelijke uitgaven, vaste lasten en incidentele uitgaven.

Het resultaat:

Een overzicht per maand van inkomsten en uitgaven (onderverdeeld in vaste lasten, huishoudelijke uitgaven en incidentele uitgaven.

Komt Jan elke maand geld tekort of redt hij het makkelijk?

Maken tot en met opgave 33.

Wat heb je geleerd?

• Je weet waarom mensen geld lenen (de leenmotieven).
• Je kunt de kosten van een lening berekenen.
• Je weet welke leningen er zoal zijn.
• Je weet waarom het maken van een budget verstandig is.
• Je weet welke soorten uitgaven je kunt hebben.