Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
KINDERRECHTEN
Welkom op je toets over kinderrechten.
Lees je vragen goed en kies het beste antwoord.
Ga niet te snel te werk,
succes !
Slide 1 - Diapositive
1. Wat is het kinderrechtenverdrag ?
A
Een afspraak tussen landen waarin de rechten van het kind staan
B
Een aantal kinderspelletjes die met rechten te maken hebben
C
Een spannend kinderboek
D
Een afspraak tussen twee kinderen om samen naar de Kinderrechtswinkel te gaan
Slide 2 - Quiz
1. Wanneer is het internationale dag voor de Rechten van het Kind ?
A
20 november
B
5 december
C
8 maart
D
10 december
Slide 3 - Quiz
3. Voor veel kinderen in landen in Afrika is het leven niet zo gemakkelijk. Welk groot probleem is er de laatste jaren bijgekomen ?
A
kinderarbeid
B
malaria
C
oorlog
D
kinderen die ouders verliezen door ziekte
Slide 4 - Quiz
4. Misschien moet jij thuis eens klusjes doen. Maar wat valt er eigenlijk onder kinderarbeid ?
A
Helpen met de afwas
B
Vanaf je 10de de hele dag als keukenhulp werken
C
1 dag in de week de kranten bezorgen
D
Je kamer opruimen
Slide 5 - Quiz
5. Je bent 15 jaar en hebt wat geld over. Je wil het op een bankrekening zetten. Je moet dus een bankrekening openen. Dat kan ....
A
Alleen met toestemming van beide ouders
B
Zonder toestemming van je ouders
C
Met toestemming van 1 ouder
D
Pas als je 18 bent, mag je een bankrekening hebben
Slide 6 - Quiz
6. Wat is leerplicht ?
A
De plicht om altijd leren schoenen aan te hebben
B
De plicht om onderwijs te volgen
C
De plicht van de juf / meester om jou les te geven
D
De plicht dat de overheid gratis onderwijs aanbiedt
Slide 7 - Quiz
7. Je ouders hebben besloten dat ze niet langer bij elkaar willen horen, ze gaan scheiden. Bij de rechter maken ze goede afspraken. Vanaf welke leeftijd vraagt de rechter jouw mening ?
A
18 jaar
B
16 jaar
C
12 jaar
D
10 jaar
Slide 8 - Quiz
8. Elk kind heeft recht om te spelen. Daar is wel ruimte voor nodig. Hoeveel speelruimte is er in België in vergelijking met parkeerruimte voor auto's ?
A
Evenveel speelruimte als parkeerruimte
B
Meer speelruimte dan parkeerruimte
C
Meer parkeerruimte dan speelruimte
D
Er is geen probleem : kinderen spelen tussen de auto's
Slide 9 - Quiz
9. Je hoorde in de lessen van straatkinderen, in Azië en Latijns-Amerika. Maar ook in België zijn straatkinderen. Dit zijn kinderen die...
A
Wonen en werken op straat
B
ieder jaar een straatfeest vieren
C
altijd op straat spelen
D
over straat lopen, terwijl ze op school hadden moeten zitten
Slide 10 - Quiz
10. In Roemenië wonen veel kinderen in een tehuis. Maar ze hebben wel ouders. Hoe kan dat ?
A
De ouders hebben het te druk met geld verdienen
B
Het tehuis is gezelliger dan thuis
C
De ouders zijn te arm om voor hun kinderen te zorgen
D
De kinderen kiezen er zelf voor, ouders zijn te streng
Slide 11 - Quiz
Je bent klaar met alle vragen.
Controleer voor je inlevert of je geen vragen vergeten bent.