week 36 - 1B2 - 1.4 les 3 en 4 - Schrijftaak

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom!

Wat ligt er op je tafel?

           

           Kom binnen en  
           ga zitten op jouw plek.

1

WELKOM!

2

 Woorden-schrift

   Pen

Laptop

1. 
   
2. 1. Stil lezen + leesstukje
   
3. 2. Formeel taalgebruik
   
4. 3. 5b maken
   
5. 3. Je eerste brief schrijven
   
6. 
   

Vandaag

1.4 - opdracht 1, 2, 4a en 4b

huiswerk

Programma

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Na het stil lezen schrijf je kort op wat je hebt gelezen.

Waar? Achterin je woordenschrift

Hoe?   Schrijf de datum op en daarna 3 zinnen.

Wat?   Wat gebeurde er? Wie heb je leren kennen?
              Wat viel je op? Wat vraag je je af?

Wat is een leesstukje?

• Je kunt een zakelijke e-mail schrijven;
  
• Je kent het verschil tussen formeel en informeel
   taalgebruik;
• Je kunt formele taal gebruiken.

LESDOELEN

Typ een voorbeeld van een woord dat je alleen (in e-mails) met vrienden gebruikt.

Hoi Bart,
Hoe gaat ie? Met mij goed.
Doei!
Kim

Welke twee antwoorden zijn goed??

1. Formeel
2. Informeel
3. Zakelijk
4. Persoonlijk

Formeel

Informeel

Telefoonnotitie

Sollicitatiebrief

Ansichtkaart

Bedankbrief

E-mail naar docent

E-mail naar je opa

Sms naar je baas

Appje naar je vader

Instagram

Verslag

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

blz. 33

Beste meneer Verbeek,

Ik wil graag met u afspreken wanneer ik het proefwerk kan inhalen.

Hopelijk weet u een geschikt moment voor het inhaalproefwerk.

Met vriendelijke groet,

Kevin Nuyten

Aanhef en afsluiting

Aa

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Aan de slag!

Maken in H1. 4- opdracht 3, 4 en 5a

Wat?
Met wie?

Hulp?

Eerder klaar?
En daarna?

Met je buur

Ik loop een rondje.

Begin aan de schrijftaak (opdr. 6-9)

4d en 5a samen bespreken

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

blz. 34 - opdracht 4d

Hallo supermarktdirecteur,
Mijn klas gaat een heel gaaf kunstwerk maken van lege frisdrankflessen.

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Aan de slag!

Maken in H1. 4- opdracht 6 t/m 9

Wat?
Met wie?

Hulp?

Eerder klaar?
En daarna?

Zelfstandig

Ik loop een rondje.

Lees in je leesboek

Schrijftaken uitwisselen

Wat vond je het moeilijkst deze les?

• Ruim je je plek op?
  
  

• We blijven zitten tot de bel gaat.
  
  
• Schuif je je stoel aan voordat  je het  lokaal verlaat?
  
  

Tot ziens!

Huiswerk:
H1. 4 - opdracht 6 t/m 9

Uitwisselen

Leerling 1     <->     Leerling 2

Leerling 3     <->     Leerling 4

Leerling 5     <->     Leerling 6

Leerling 7     <->     Leerling 8

Leerling 9     <->     Leerling 10

Leerling 11    <->     Leerling 12

Leerling 13    <->     Leerling 14

Leerling 15    <->     Leerling 16

Leerling 1Leerling 1

Klaar? Maak opdracht 11

Wat vond je goed gaan?

Wat vond je het moeilijkst?

Waar wil je extra op letten bij de volgende brief?

Wat schrijf je in een inleiding?

1. Wat je wil bereiken met je e-mail.
2. Zoveel mogelijk informatie.
3. Je schrijft nooit een inleiding.
4. Waarom je de e-mail schrijft.

Wat schrijf je in het slot?

1. Wat je wil bereiken.
2. Je stelt jezelf voor.
3. Je maakt een grap.

• Ruim je je plek op?
  
  

• We blijven zitten tot de bel gaat.
  
  
• Schuif je je stoel aan voordat  je het  lokaal verlaat?
  
  

Tot ziens!

Huiswerk:
H1. 4- opdracht 6 t/m 9

Welke moeilijke woorden heb je vandaag in je woordenschrift geschreven?