Engels Unit 5 oefenen

Engels Unit 5 oefenen
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 48 min

Éléments de cette leçon

Engels Unit 5 oefenen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel

1. herhalen en kennis testen U5

Slide 2 - Diapositive

Test je woordkennis en grammatica 
van U5

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Say
A
zeggen
B
praten

Slide 5 - Quiz

Klinken
A
saund
B
sound
C
sund
D
soun

Slide 6 - Quiz

geroosterd
A
Roasted
B
Rosted
C
Rasted
D
Roast

Slide 7 - Quiz

walgelijk

Slide 8 - Question ouverte

verkeerd

Slide 9 - Question ouverte

recept

Slide 10 - Question ouverte

invite

Slide 11 - Question ouverte

surprice

Slide 12 - Question ouverte

taart

Slide 13 - Question ouverte

hoofdgrecht

Slide 14 - Question ouverte

Dichtbij
Enkelvoud
Dichtbij
Meervoud
Ver weg
Enkelvoud
Ver weg
Meervoud
This
These
That
Those

Slide 15 - Question de remorquage

This
That
These
Those

Slide 16 - Question de remorquage

tastes
invite
smell
say
adds
enjoys

Slide 17 - Question de remorquage

Juiste meervoud
A
Scarves
B
Scarfs

Slide 18 - Quiz

add
A
toevoegen
B
verkeerd

Slide 19 - Quiz

patat
A
chips
B
crisps
C
boiled potatoe
D
patat

Slide 20 - Quiz

ruiken
A
smel
B
smal
C
small
D
smell

Slide 21 - Quiz

wrong
A
toevoegen
B
verkeerd

Slide 22 - Quiz

hoeveel kost deze pizza?

Slide 23 - Question ouverte

wat kan ik voor je pakken?

Slide 24 - Question ouverte

beken - JA
Has he got apples?

Slide 25 - Question ouverte

ontken - nee
Has he got apples?

Slide 26 - Question ouverte

Pardon?

Slide 27 - Question ouverte

Niets te danken

Slide 28 - Question ouverte

Voorzichtig het is heet!

Slide 29 - Question ouverte

present simple
Tegenwoordige tijd
maak de zin ontkennend - Niet

Slide 30 - Diapositive

I eat apples

Slide 31 - Question ouverte

he eats apples

Slide 32 - Question ouverte

leg uit!
wat is de "shit"regel

Slide 33 - Question ouverte

Meervoud
de meeste meervouden eindigen op een -s
de s wordt aan het woord geschreven;
Uitzonderingen
eindigend op een F = ves
eindigend op een y - ies
eindigend po een ch-klank = es

Slide 34 - Diapositive

zet in het meervoud
baby

Slide 35 - Question ouverte

zet in het meervoud
coach

Slide 36 - Question ouverte

zet in het meervoud
bus

Slide 37 - Question ouverte

zet in het meervoud
scarf

Slide 38 - Question ouverte

main
course
sausage
agree
delicious
Heerlijk
worstje
ermee eens zijn
hoofd-gerecht

Slide 39 - Question de remorquage

recipe
add
taste
wrong
verkeerd
toevoegen
smaken
recept

Slide 40 - Question de remorquage