Fictie of non-fictie

Fictie of non-fictie?
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Fictie of non-fictie?

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les
Aan het eind van de les:
- weet jij wat het verschil tussen fictie en non-fictie is
- kun jij beoordelen of fictieve werken realistisch zijn of niet
- kun jij een paar theoretische begrippen toepassen op een filmpje

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Slide 4 - Diapositive


Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 5 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 6 - Quiz


Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 7 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 8 - Quiz


fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 9 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non fictie

Slide 10 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 11 - Quiz


Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 12 - Quiz

Realistische verhalen:
A
Zouden echt kunnen gebeuren, maar zijn verzonnen.
B
Zijn echt gebeurd.
C
Zijn niet echt gebeurd.

Slide 13 - Quiz

Is een verhaal waarin dieren kunnen praten, realistisch of niet-realistisch?
A
Realistisch
B
Niet-realistisch

Slide 14 - Quiz

Is een boek van Harry Potter realistische of niet-realistische fictie?
A
realistisch
B
niet-realistisch

Slide 15 - Quiz

Oefening fictie
Je krijgt een korte film te zien. 
Daarna ga je vragen beantwoorden over:
- fictie / non-fictie
- realisme
- mening

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Vidéo

Fictie of non-fictie?
LEG JE ANTWOORD UIT.

Slide 20 - Question ouverte

Realistisch of niet-realistisch?
LEG JE ANTWOORD UIT.

Slide 21 - Question ouverte

En nu jouw boek!
  • Je zit in een groepje van 4. Vertel om de beurt waar jouw boek over gaat, waar en in welke tijd het zich afspeelt. 
  • Bepaal samen met je groep of het boek fictie of non-fictie is en hoe realistisch het is.
  • Noteer de titel van het boek op de juiste plek in het schema. 
timer
5:00

Slide 22 - Diapositive

Waar heb jij je boek in het schema ingevuld?
realistische non-fictie
niet-realistische non-fictie
realistische fictie
niet-realistische non-fictie

Slide 23 - Sondage

Heb jij het lesdoel behaald?
Fictie / non-fictie
Realistisch / niet-realistisch
A
Ik beheers dit heel goed!
B
Ik snap het wel, maar het toepassen blijft lastig.
C
Ik heb dit doel nog niet behaald.
D
Anders....

Slide 24 - Quiz