‹Revenir à la recherche

A2: woordenschat H3 (27 mrt)

Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel(en)
Na de les 

kan je vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woorden passen op de puntjes?
1. Sanja besteedt al haar zakgeld .......................................................... nieuwe kleren en make-up.
2. We zijn ons niet bewust .......................... de impact die reclame heeft op ons koopgedrag.
3. In de kantine wordt ................ ingang ................. het nieuwe schooljaar verse jus verkocht.
4. Er zijn grote verschillen in de manier waarop mensen ...................................... geld omgaan.
5. De Tweede Kamer had veel kritiek ..................... de bezuinigingsplannen van de regering.

Tot welke woordsoort behoren deze woorden?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn voorzetsels?
Kast en feest woorden

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaste voorzetsels
Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel: houden van, nadenken over, wachten op.  

Andere combinaties:
1. zelfstandig naamwoord + werkwoord + vast voorzetsel
Gebrek hebben aan. Bezwaar hebben tegen.
2. bijvoeglijk naamwoord + werkwoord + vast voorzetsel
Blij zijn met. Dol zijn op. Bang zijn voor.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorzetseluitdrukkingen
Vaste combinaties met een of meer voorzetsels die in hun geheel de functie van voorzetsel hebben. Woordcombinaties als door middel van, met betrekking tot en in verband met. 

Vaak kun je zo’n uitdrukking vervangen door één voorzetsel:
– door middel van → door, met 
– in verband met → door, wegens

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden:
Ten behoeve van een goede werksfeer zijn er regels nodig.
Voor een goede werksfeer zijn er regels nodig.

Als gevolg van de harde wind reden de treinen niet.
Door de harde wind reden de treinen niet.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OEFENING WW + VASTE VOORZETSEL:
1: Hij houdt ........................................ jou.
2: Anna twijfelt ........................................ jouw woorden.
3: Ze is gek ........................................ jou.
4: Mehmet verlangt ........................................lekker eten.
5: Nina heeft zin ........................................ het Suikerfeest.
6: Wij wachten ........................................ de bus.
7: Harry is kwaad ........................................ zijn broer.
8. Ik reken ........................................ hem.
9. Lia besteedt al haar zakgeld ................................... make-up.






Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening: Vul aan met (twee) vaste voorzetsels: 
1. .......................... behulp ..............................
2............................. middel .............................
3............................ gevolg ..............................
4........................ betrekking ...............................
5......................... verloop ...................................

Slide 9 - Diapositive

met behulp van
door middel van
als gevolg van
met betrekking tot
met verloop van
Aan de slag
Woordenschat H3: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

Maak opdracht 1 + 2 


Klaar? 
Maak opdracht 3 t/m 9.

timer
15:00

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitdrukkingen met woordparen
  • met synoniemen
      pais en vree                                                                   
  • met tegenstellingen                                                leerjaar 1
      met vallen en opstaan

  • rijmende uitdrukkingen 
      beginrijm (alliteratie) of eindrijm

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een rijmende uitdrukking?
Een uitdrukking is een combinatie van woorden die samen een eigen, soms figuurlijke, betekenis hebben.
Een rijmende uitdrukking is een uitdrukking met rijmende woorden.

Bijvoorbeeld:
kant en klaar (beginrijm)
stank voor dank (eindrijm)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BN+ eigen naam

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Alliteratie of eindrijm?
wikken en wegen
A
alliteratie
B
eindrijm

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alliteratie of eindrijm?
her en der
A
alliteratie
B
eindrijm

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Even testen...
Vul de 12 rijmende uitdrukkingen op de volgende slides aan.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paal en ... stellen

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

door schade en .... wijs worden

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

wikken en ...

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

recht voor zijn ... zijn

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

over koetjes en ... praten

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

heg noch ... weten

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

hoog en ... zitten

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

van top tot ...

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

bepakt en ... op reis gaan

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

met ... en haar verslinden

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

zonder slag of ...

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

steen en ... klagen

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu jij.......
Maken H4 Woordenschat 1,2,8

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen
timer
8:00

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze week...
Les 1:  H3 Woordenschat Instructie vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukingen
Les 2:H4 Woordenschat Instructie rijmende uitdrukkinbgen
Les 3: Zelfstandig werken

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfst. werken (huiswerk 
H3 Woordenschat 1,2,5,7
H4 Woordenschat 1,2,8

Klaar? En om de woorden te leren kun je maken:
H3 3,6,9
H4 3,5,9

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

H3 en H4 woordenschat vastevoorzetsels en voorzetseluitdrukkingen?rijmende uitdrukkingen

- Leçon avec 38 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Herhaling vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

- Leçon avec 18 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

H.4 Woordenschat: rijmende uitdrukkingen

- Leçon avec 30 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

H4 woordenschat havo/vwo

- Leçon avec 21 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

H.4 Woordenschat: rijmende uitdrukkingen

- Leçon avec 24 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Woordenschat H5: rijmende uitdrukkingen

- Leçon avec 23 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

H.4 Woordenschat: rijmende uitdrukkingen

- Leçon avec 10 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

H4 woordenschat rijmende uitdrukkingen

- Leçon avec 20 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2