Unit 5 - 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Engels - Unit 5

3K

Lessonplan

1. Praktische zaken 

2. Grammar recap

3. Practise

4. Leesstrategieën

5. Grammar recap

Praktische zaken

Toets

- Unit 5 (verkort)   -> toetsweek

* Words Unit 5.1 + 5.2 & Reader (Step Up) 40, 41, 43, 44

* Grammar Unit 5.2 (some & any) , 5.3 (gerund) + 5.7 (onr. ww)

* leesvaardigheid

Gerund - Recap

When do you finally start _______ your homework

1. make
2. making

She really likes _________, but she doesn't have the time to do it.

1. paint
2. painting

Gerund

Gerund = werkwoord als zelfst. naamwoord

Werkwoorden na

Start, stop, finish, like, love, enjoy, mind, hate

krijgen -ing achter het werkwoord

I like eating chocolate after dinner.

We hate leaving them like this.

Maak een gerund

Do you mind ________ (close) the door for me?

Maak een gerund

If I stop _________ (smoke), will you stop too?

Practise

Oefening 1

Oefening 2

Done?

Leren: Unit 5.1 + 5.2 & Reader 40, 41, 43, 44

Leesvaardigheid oefenen

Reading strategies

Stappenplan

Stap 1. bekijk de tekst - titel, plaatjes, introductie)

Stap 2. lees de vraag en de antwoorden - waar moet je op letten

Stap 3. lees de tekst

Stap 4. beantwoord de vraag

Stap 1 - bekijk de tekst

- Lengte van de tekst. Dit is belangrijk om je leesstrategie te bepalen

- Kijk naar de titel; vaak wordt er een vraag gesteld over de titel, geeft informatie over de tekst

- Kijk naar afbeeldingen, kopjes (tussenkopjes), vetgedrukte woorden

Stap 2 - lees de vraag

- multiple choice; let op! als er gevraagd wordt dat je 1 goed antwoord moet aangeven, dan moet je niet 2 aankruisen. 

- open vraag; beantwoord een openvraag kort en bondig. 

- invulvraag; let op de signaalwoorden; bijv. because= omdat= geeft reden 

- true or false vraag; geef aan wat waar of juist of niet waar of onjuist is. 

Stap 3- Lees de tekst

Bij een korte tekst moet je de hele tekst lezen.

Bij een lange tekst wordt vaak bij de vraag aangegeven in welke alinea je het antwoord kan vinden.

Word Guessing Strategies

• context gebruiken 
  
• herkenbaar uit een andere taal       kindergarten
  
• het soort woord                                      switch
• deel van het woord kennen               artificial
  
• voor-/ achtervoegsel                            agree / disagree

 

Stap 4 - beantwoord de vraag

Beantwoord de vraag en check of je het goede antwoord hebt gegeven. 

Optie 1

Zelf (alleen) de tekst lezen en vragen beantwoorden

Optie 2

Samen (met de docent) de tekst lezen en vragen beantwoorden

Some & any

Bevestigende zinnen

SOME

enkele / een paar

I've got some problems with her.

Ontkennende zinnen en vragen

ANY

enkele / een paar

I haven't got any problems.

Have you got any problems?

Bevestigende zinnen

SOMETHING

iets

I've found something interesting online

SOMEWHERE

ergens

She must we somewhere, keep looking!

SOMEONE/SOMEBODY

iemand

Someone must have eaten my cookie!

Ontkennende zinnen en vragen

ANYTHING

iets

You don't like anything I do for you!

ANYWHERE

ergens

I can't find my phone anywhere!

ANYBODY

iemand

Can anybody find my a friend?

some/any

Is there ... bread left?

1. some
2. any

some/any
I need.... apples.

1. some
2. any

some/any
Have you got ... ideas?

1. some
2. any

some/any:

Please get me ... coffee!

1. some
2. any

some / any
Are there ... questions?

1. some
2. any