Examentrainer gaswisseling

Doel van deze examentrainer:
De delen van het ademhalingsstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking beschrijven: 
– naam, ligging, bouw, werking en functie van delen van het ademhalingsstelsel, met name:
 - mondholte, neusholte en keelholte (met huig en strotklepje) 
- luchtpijp met kraakbeenringen, slijmvlies met trilharen
 - bronchiën 
- longblaasjes 
– verschillen tussen borst- en buikademhaling/ventilatiebewegingen door veranderingen van borstkas, middenrifspieren, buikspieren en tussenribspieren 
– functie van hoesten – voordelen van ademhalen via de neus in vergelijking met ademhalen via de mond 
– kwaliteit van ingeademde lucht i.v.m. astma, bronchitis, longemfyseem en hooikoorts 
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Doel van deze examentrainer:
De delen van het ademhalingsstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking beschrijven: 
– naam, ligging, bouw, werking en functie van delen van het ademhalingsstelsel, met name:
 - mondholte, neusholte en keelholte (met huig en strotklepje) 
- luchtpijp met kraakbeenringen, slijmvlies met trilharen
 - bronchiën 
- longblaasjes 
– verschillen tussen borst- en buikademhaling/ventilatiebewegingen door veranderingen van borstkas, middenrifspieren, buikspieren en tussenribspieren 
– functie van hoesten – voordelen van ademhalen via de neus in vergelijking met ademhalen via de mond 
– kwaliteit van ingeademde lucht i.v.m. astma, bronchitis, longemfyseem en hooikoorts 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Bij ....1.... van glucose in de cellen wordt ...2.... gebruikt
vul de juiste woorden in:
A
1 oplossing; 2 koolstofdioxide
B
1 koolstofdioxide 2 verbranding
C
1 verbranding 2 zuurstof
D
1 zuurstof 2 oplossing

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

welke functie heeft de huig?
A
de huig sluit tijdens het ademhalen de neusholte af
B
de huig sluit tijdens het ademhalen de slokdarm af
C
de huig sluit tijdens het slikken de luchtpijp af
D
de huig sluit tijdens het slikken de neusholte af

Slide 14 - Quiz

uitwisseling van zuurstof en koostofdioxide met bloed vindt plaats in
A
de bronchiën
B
de longblaasjes
C
longhaarvaten
D
luchtpijptakjes

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Het opnemen van verse lucht in je longen noem je?

Slide 17 - Question ouverte

In welk onderdeel van de luchtwegen vindt de gaswisseling plaats?
A
Luchtpijp
B
Bronchiën
C
Luchtpijptakjes
D
Longblaasjes

Slide 18 - Quiz

Van welk gas adem je meer uit dan in?
A
Stikstof
B
Koolstofdioxide
C
Zuurstof
D
Edelgassen

Slide 19 - Quiz

Welk gas voegt je lichaam nog meer toe aan de lucht, zodat het opwarmt?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Vidéo

Borstademhaling
  • Ademhaling door beweging ribben en borstbeen
  • Beweging door tussenribspieren
  • Belangrijk voor sporten

Slide 22 - Diapositive

Buikademhaling
  • Middenrifspieren
  • Aanspannen -> middenrif omlaag = inademen
  • Ontspannen -> middenrif omhoog = uitademen

Slide 23 - Diapositive

Bij een persoon beweegt het middenrif naar boven.

Wordt hierdoor de borstholte groter of kleiner? En ademt deze persoon in of uit?
A
De borstholte wordt groter en er vindt inademing plaats
B
De borstholte wordt groter en er vindt uitademing plaats
C
De borstholte wordt kleiner en er vindt inademing plaats
D
De borstholte wordt kleiner en er vindt uitademing plaats

Slide 24 - Quiz

Door welke manier van ademhalen maak je tijdens het sporten de longen zo groot mogelijk?
A
Door borstademhaling
B
Door borstademhaling en buikademhaling om en om
C
Door borstademhaling en buikademhaling tegelijkertijd
D
Door buikademhaling

Slide 25 - Quiz

Bij welke ademhalingsbeweging zijn de spieren in de buikwand ontspannen?
A
Bij inademing d.m.v. borstademhaling
B
Bij inademing d.m.v. buikademhaling
C
Bij uitademing d.m.v. borstademhaling
D
Bij uitademing d.m.v. buikademhaling

Slide 26 - Quiz

Luchtkwaliteit
Lucht is niet altijd schoon. Zo komt er door uitstoot, verkeer en landbouw vanalles in de lucht terecht.

In deze video wordt er uitgelegd wat
fijnstof is en wat het doet met je lichaam.

Slide 27 - Diapositive

Stoffen in tabaksrook
De stoffen in tabaksrook zijn erg slecht voor je lichaam. Een groot aantal zijn ook kankerverwekkend.
(teer, arseen, cadmium onder andere)

Slide 28 - Diapositive

Longaandoeningen
- Astma: erfelijke aanleg, kan vanaf
jongs af aan. 

- COPD: door ernstige longbeschadiging,
vaak door roken.

- Hooikoorts: allergische reactie

Slide 29 - Diapositive

Astma

Slide 30 - Diapositive

COPD

Slide 31 - Diapositive

Hooikoorts

Slide 32 - Diapositive

Informatie bij de volgende vragen
Longfibrose is een aandoening waarbij de wanden van de longblaasjes dikker en stugger worden. Hierdoor moeten de spieren die zich samentrekken om de longinhoud groter te maken, steeds harder werken. 

Slide 33 - Diapositive

Welke spieren moeten steeds harder werken bij longfibrose volgens de informatie op de vorige dia?
A
buikspieren en middenrifspieren
B
buikspieren en tussenribspieren
C
middenrifspieren en tussenribspieren

Slide 34 - Quiz

Bij longfibrose kan in de longblaasjes steeds minder goed zuurstof in het bloed worden opgenomen.
Leg uit waardoor de opname van zuurstof in het bloed minder goed gaat bij longfibrose

Slide 35 - Question ouverte

Mensen met longfibrose zijn snel moe door een gebrek aan zuurstof.
-> Leg uit waardoor een gebrek aan zuurstof kan leiden tot vermoeidheid.

Slide 36 - Question ouverte

Verder oefenen?
Examentrainer in Biologie voor Jou
Jaar 4, thema 5
Paragraaf 5.10

Slide 37 - Diapositive