Examentraining spelling

1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud -s of -'s?
A
dictees
B
dictee's

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het eerste deel van de samenstelling heeft als meervoud een -s, dan...
A
gebruik je het eerste deel als enkelvoud
B
schrijf je achter het eerste deel van de samenstelling een -s

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer krijg je -'s als meervoud?
A
Zonder de apostrof spreek je het fout uit
B
Na een -a krijg je altijd een -'s
C
Als het een Engels woord is.
D
Zonder de apostrof is het onleesbaar.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederland had vroeger veel ........ in andere werelddelen.

A
kolonieën
B
koloniën
C
koloniëen

Slide 9 - Quiz

Het meervoud 'koloniën' krijgt alleen een -n, omdat bij 'kolonie' de klemtoon op 'lo' valt en niet op de laatste lettergreep. De e krijgt een trema. Het meervoud 'kolonies' mag ook.
Als een zelfstandig naamwoord eindigt op -ie, komt er in het meervoud altijd een trema
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk meervoud hoort hierbij?


melodie
A
meervoud op -en
B
meervoud op -n met op de e een trema
C
meervoud op -ën
D
Geen meervoud

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

'moskeën' is goed geschreven
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

moskee - moskeeën

Je schrijft een trema (twee puntjes boven een letter) bij woorden in het meervoud, die in het enkelvoud eindigen op een ee of ie. Als je geen trema zou schrijven, zou je het woord verkeerd kunnen uitspreken. Op het plekje van de ë verandert de uitspraak: de ë klinkt als een u van mus.
Welk woord krijgt een trema
in het meervoud?
A
stoel
B
stoei
C
zee
D
dictee

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppelteken of geen koppelteken?
A
Astma-aanval
B
Astmaaanval

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppelteken of geen koppelteken?
A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppelteken?
A
camera opstelling
B
camera-opstelling
C
cameraopstelling

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppelteken?
A
hotel restaurant
B
hotel-restaurant

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppelteken?
A
€-teken
B
€ teken

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppelteken?
A
80 jarige
B
80-jarige

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het artikel

Een artikel:

- is een tekst met achtergrondinformatie over een bepaald onderwerp

- staat vaak op een website, in een krant of tijdschrift

- mag enigszins subjectief (met jouw mening) zijn

- bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot (minstens drie alinea's!)

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De opbouw van het artikel
Doel: de lezer informeren / overtuigen

Inleiding: maak het onderwerp duidelijk en benoem de aanleiding tot het schrijven van deze tekst.
Kern: laat alle inhoudselementen terugkomen
Slot: vat de tekst samen of geef een conclusie (of oproep)

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tips voor het artikel
- Titel boven de tekst
- Verwerk alle inhoudselementen in de tekst (markeren + afvinken)
- Zet je naam (en evt. school) onder het artikel
- Let op je taalgebruik! (kijk naar de doelgroep en let op spelling)

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions