Weektaak 15 2G1 LTC

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Weektaak 15 

1. Vertalen 10A: 1-8 

2. Maken taaloefening A 

Opmerkingen

-communicatie via Magister

-HV bij meer dan 1x 'idk' of dergelijke antwoorden

Planning maandag 

1. Nakijken oefening tekstbegrip (5 min) 

2. Lezen: De Trojaanse oorlog (10 min)

3. Vertalen 10A: 1-5 (20 min)

4. Afsluiting (5 min)

Lesdoelen

1. Je kunt vertellen welke rol Paris heeft gespeeld in de Trojaanse oorlog 

2. Je kunt de coniunctivus imperfectum herkennen

1. Nakijken oefening tekstbegrip (1/2)

1. Bij een rivier vindt men modder (lutum, r.2).

2. Het materiaal waar de mens van gemaakt wordt (modder en klei / regen).

3. - eum: Iovis (r.5);

- ei: hominem (r.3).

4. a. Cura heeft de mens als eerste gemaakt; Jupiter heeft hem een ziel gegeven.

b. Zij heeft haar lichaam (modder) verschaft.

c. Er liggen enkele vruchten in haar schoot en er groeien planten aan weerszijden van haar.

1. Nakijken oefening tekstbegrip (2/2)

5. a. Geen van allen mag zijn naam aan de mens geven.

b. De mens is gemaakt uit aarde / grond (ex humo, r.18).

c. Eigen verwerking (hij geeft in ieder geval niemand zijn zin, maar toch krijgen ze alle drie iets).

6. De mens heeft altijd zorgen.

7. Ze heeft twee kinderen.

Heb je weleens iets gelezen, gezien of gehoord over de Trojaanse oorlog?

1. ja
2. nee

Welke partijen streden in de Trojaanse oorlog?

2. Lezen p.120-21 (10 min)

3. Vertalen 10A, r.1-5

Gebruik je vertaalhulp op p.120-21

Lesdoel 1: Wat was de rol van Paris voor de Trojaanse oorlog?

Lesdoel 2: noem een coniunctivus imperfectum uit tekst 10A.

Planning dinsdag 

1. Ophalen verhaal Trojaanse oorlog (3 min)

2. Nieuwe grammatica: AcI+ oefening (20 min)

3. Verder met vertalen (15 min)

4. Afsluiting (3 min)

Lesdoelen

-Je kunt de 3 voorwaarden van de AcI opnoemen

-je kunt de AcI herkennen

1. Wat was de oorzaak van de Trojaanse oorlog?

2. Nieuwe stof: AcI 

Accusativus cum infinitivo 

-filmpje op Eisma! 

3. Taaloefening A, p.122

Onderstreep 

1. het werkwoord waar de AcI van afhangt

2. accusativus

3. infinitivus

4. Vertalen 10A: 1-5

Gebruik de vertaalhulp op p.120-21

Noem de drie voorwaarden van een AcI-constructie.

Huiswerk maandag 19 april 

Taaloefening A afmaken.

Vertalen 10A: t/m r.8

Plaats hier een foto van taaloefening A, p.122 oefenboek.