Inleveren: uiterlijk maandag 13 januari (eerder mag altijd!)
Te laat?: 1 punt in mindering op je cijfer en in de week van 13-17 januari na schooltijd afmaken op school.
Slide 4 - Diapositive
Thuis en in de les
Samenvatting maak je eerst tijdens de les (tijdens leestijd) op 5W+1H-werkblad (leesdossier). Je kunt hiermee beginnen zodra je boek uit is.
Boekendoos + voorwerpen (incl. getypte samenvatting) maak je thuis.
Slide 5 - Diapositive
Lesdoel Fictie blok 2
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat het verschil tussen fictie en non-fictie is.
Je kunt van teksten aangeven of ze fictie of non-fictie zijn (ook voor je fictieopdracht)
Je kunt je mening geven over een verhaal door beoordelingswoorden te gebruiken.
Hoe?
Door naar een verhaal te luisteren.
Opdrachten maken
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Luisteropdracht
Is het verhaal fictie of non-fictie? Leg uit waarom je dat vindt.
Geef je mening over het verhaal en gebruik daarbij een beoordelingswoord (blz. 68) en leg uit waarom je juist dat beoordelingswoord gebruikt: want of omdat
Slide 8 - Diapositive
Lekker
(voor)lezen
Luisteropdracht: (boek blz. 60)
Fictie / non-fictie (blz. 66)
Beoordelingswoord (blz. 68)
timer
5:00
Slide 9 - Diapositive
Zelfstandig werken
Wat?: Fictie blok 2 - Opdracht: 3, 4, 5, 6
Hoe lang?: 20 minuten
- 1e 10 minuten (stilte, rood)
-2e 10 minuten (zachtjes overlag, oranje)
Klaar?: lezen in je leesboek
Nabespreken antwoorden? Klassikaal
timer
20:00
Slide 10 - Diapositive
Lesdoel gehaald?
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat het verschil tussen fictie en non-fictie is.
Je kunt van teksten aangeven of ze fictie of non-fictie zijn (ook voor je fictieopdracht)
Je kunt je mening geven over een verhaal door beoordelingswoorden te gebruiken.
Hoe?
Door naar een verhaal te luisteren. Opdrachten maken