Engelse woordjes

• Engels
• Basisschool
• Groep 5

oud 

jong

kort

laten zien 

paars

aankleden

short

young

old

to dress

to show

purple

boots

blouse

skirt

dress

trousers

coat

a plump person

1. een stevig persoon
2. een dun persoon
3. een kort persoon
4. een lang persoon

a thin person

1. een stevig persoon
2. een dun persoon
3. een kort persoon
4. een lang persoon

a short person

1. een stevig persoon
2. een dun persoon
3. een kort persoon
4. een lang persoon

a long person

1. een stevig persoon
2. een dun persoon
3. een kort persoon
4. een lang persoon

beautiful

1. mooi
2. schoenen
3. kleur
4. oorbellen

earrings

1. mooi
2. schoenen
3. kleur
4. oorbellen

a pair of shoes

1. mooi
2. schoenen
3. kleur
4. oorbellen

colour

1. mooi
2. schoenen
3. kleur
4. oorbellen

curly hair

1. krullend haar
2. steil haar
3. lang haar
4. blond haar

straight hair

1. krullend haar
2. steil haar
3. lang haar
4. blond haar

shop

1. paars
2. roze
3. winkel
4. trui

long hair

1. krullend haar
2. steil haar
3. lang haar
4. blond haar

clothes

1. bril
2. spijkerbroek
3. kleren
4. sokken

jeans

1. bril
2. spijkerbroek
3. kleren
4. sokken

blond hair

1. krullend haar
2. steil haar
3. lang haar
4. blond haar

glasses

1. bril
2. spijkerbroek
3. kleren
4. sokken

socks

1. bril
2. spijkerbroek
3. kleren
4. sokken

pink

1. paars
2. roze
3. winkel
4. trui

purple

1. paars
2. roze
3. winkel
4. trui

sweater

1. paars
2. roze
3. winkel
4. trui

to describe

1. dragen van kleding
2. wasmachine
3. beschrijven van iets
4. aankleden

to wear

1. dragen van kleding
2. wasmachine
3. beschrijven van iets
4. aankleden

washing machine

1. dragen van kleding
2. wasmachine
3. beschrijven van iets
4. aankleden

to dress

1. dragen van kleding
2. wasmachine
3. beschrijven van iets
4. aankleden